Inbouw-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding
vereiste toevoerhoogte via de NPSH-waarde opnieuw
worden vastgelegd.
Onafhankelijk van de vereiste toevoerhoogte die via
de
NPSH-waarde
wordt
toevoerhoogte nooit kleiner dan 1,2 m zijn (gevaar van
luchttrekkende wervelingen). Dit geldt zowel voor
verticale als horizontale inbouw.
Minimum debiet
Bij het aanlopen tegen de gesloten drukschuif
alsmede bij gedeeltelijke belasting in de buurt van het
nul-debiet wordt nagenoeg het complete opgenomen
vermogen in warmte omgezet. Daalt de hoeveelheid
beneden het minimum debiet, leidt dit binnen de
kortstmogelijke tijd tot ernstige schade aan het
pompaggregaat.
Na het opstarten van de pomp moet daarom de schuif
aan drukzijde zo snel mogelijk worden geopend.
Het minimum debiet bedraagt gemiddeld 10% van de
ontwerphoeveelheid. Nauwkeurigere gegevens delen
wij u op verzoek graag mede.
Maximale hoeveelheid
Het in de orderbevestiging aangegeven werkgebied
moet voor een storingsvrije functie absoluut worden
aangehouden. Het maximale debiet-gebied mag ook
voor korte tijd niet worden overschreden. Anders moet
2. Beschrijving van de uitvoering
2.1 Pomp
Z8*/ZR8*
Onderwatermotorpomp voor bronnen
vanaf 8"-12" binnenwerkse maat.
Z10*/ZR10*
Z12*/ZR12*
De juiste aanduiding van uw pomp vindt u op het
pompvermogensplaatje resp. de orderbevestiging.
2.2 Leidingaansluiting
leidingaansluiting
Z8*/ZR8*
Z10*/ZR10*
Z12*/ZR12*
Andere leidingaansluitingen worden optioneel op wens
van
de
klant
uitgevoerd
orderbevestiging aangegeven.
3. Transport, omgang, opslag
3.1 Transport, omgang
Controleer de pomp/het aggregaat meteen bij
levering resp. aankomst van de zending op
volledigheid of schade.
Het transport van de pomp/het aggregaat moet
vakkundig en behoedzaam worden uitgevoerd.
Harde stoten moeten absoluut worden vermeden.
De bij levering vanaf de fabriek ingenomen
transportpositie moet worden aangehouden. Let
ook op de aanwijzingen die op de verpakking zijn
aangebracht.
berekend,
mag
binnenschroefdraad
Rp5 ÖNORM EN 10226
Rp6 ÖNORM EN 10226
API 8" NPT
en
staan
in
Blz. 27
met schade door cavitatie of door omkeer van de
langsdruk rekening worden gehouden.
de
Inbouwpositie
Zowel vertikaal als horizontale montage is toegestaan.
De maximale, volume, capaciteit moet aan gehouden
worden. De pomp is ontworpen voor gebruik met of
zonder keerklep, (in verticale en horizontale positie).
Beveiliging
De pompen mogen in geen geval drooglopen (ook niet
voor korte tijd ter controle van de draairichting),
aangezien dit door de verhitting tot vernieling van
pompdelen kan leiden. Een bewaking van de vereiste
minimum-waterspiegel wordt daarom ter beveiliging
van de pomp aangeraden.
Terugstroom van de pomp
Het leegmaken van de drukleiding door de pomp na
het uitschakelen is niet toegestaan, aangezien het
terugstroom-toerental
bedrijfstoerental kan zijn en het aggregaat vernield
zou worden. Een terugstromen door de pomp moet
door
geschikte
mogelijk bij de pomp worden verhinderd, voorzover
niet reeds een terugslagklep in de pomp is ingebouwd.
2.3 Lagering
De
pompas
mediumgesmeerde glijlagers gelegd.
2.4 Motor
Voor de motor van uw pomp is een eigen
bedrijfshandleiding
aanwezige
veiligheidsinstructies
opgevolgd en aangehouden.
de
De drukzijde van de pomp moet tijdens transport
en opslag met een stop afgesloten blijven.
Deponeer
overeenstemming
voorschriften.
Hefwerktuigen (bijv. hefwagen, kraan, loopbok,
katrolblokken, kabelstrops, enz.) moeten voor het
gewicht van pomp, motor en de met water gevulde
drukleiding voldoende gedimensioneerd zijn. Het
optillen van de pomp/het aggregaat mag alleen op
een
veelvoud
terugslag-appendages
is
meervoudig
in
onderhoudsvrije
beschikbaar.
voorschriften
moeten
goed
de
verpakkingsdelen
met
de
van
het
zo
dicht
De
hierin
en
worden
in
plaatselijke