ZEKERINGEN
De elektrische installatie wordt beveiligd via in de
nabijheid van de accu gemonteerde zekeringen.
• Verwijder het acculuik.
• Verwijder het deksel van de zekeringskast.
Als een zekering vaak doorbrandt, duidt dit op een
kortsluiting van het elektrische circuit. Wij raden u
aan het circuit door een erkende dealer te laten
controleren.
• Herken de defecte zekering door naar de staat van
de draad te kijken.
Voordat u een zekering vervangt, moet u
de oorzaak van de panne kennen en deze
herstellen.
Wij raden u aan het contact uit te schakelen
alvorens de zekering te vervangen en deze
altijd door een zekering van hetzelfde
formaat te vervangen. Het niet naleven
van deze aanwijzing kan leiden tot een
beschadiging van het elektrische circuit of
zelfs tot brand.
Toewijzing van de zekeringen
F1 10A
OBD contact
F2 3A
Dashboard
F3 30A
Laadcircuit van de batterij
F4 30A
ABS
F5 10A
Draaiknop
Smart Key
F6 3A
connectiviteit
F7 5A
Injectiesysteem
Relais startmotor
Ontsteking
F8 10A
Verlichting
Signalistie
F9 20A
Diverse uitrusting
F10 10A
Brandstofpomp
Ventilatormotor
Injectiesysteem
F11 3A
Aansluiting accessoires
F12 10A
connectiviteit
Verlichting / Signalistie
Smart Key
Dashboard
ABS
F13
Reservering accessoires
45/46