INRICHTINGEN
Afstelling van het stuur
Het stuur kan in 2 richtingen worden afgesteld:
A. Afstelling naar voren/achteren.
B.
Afstelling in de hoogte.
Afstelling naar voren/achteren
• Verwijder de bovenste flenzen (1).
• Verwijder het stuur.
• Verwijder de houders (2) en draai
ze 180° (Aanhaalmoment: 25 Nm).
• Breng het stuur aan.
• Breng de bovenste flenzen aan (de bovenste
flenzen moeten eveneens 180° worden gedraaid,
in overeenstemming met de houders).
• Breng de schroeven aan zonder ze aan te draaien.
• Centreer het stuur met behulp van de
centreermarkeringen (C).
Afstelling in de hoogte
• Kantel het stuur naar voren of achteren, binnen de
afstellingslimieten (D).
C. Centreermarkeringen op het stuur.
D. Standaard
positiemarkeringen / Afstelbeperkingen.
• Draai eerst de schroeven aan die zich
op het hoogste deel van de flenzen
bevinden (H) (Aanhaalmoment: 25 Nm).
• Draai vervolgens de andere schroeven
aan (Aanhaalmoment: 25 Nm).
Controleer na het afstellen of de spiegels
tijdens het stuurslot niet in contact komen
met de voorruit. Wijzig hun posities indien
nodig.
31/46