Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
SMART KEY SLEUTEL, DRAAIKNOP EN
OPENERS
Sleutel SMART KEY
Uw voertuig wordt geleverd, afhankelijk van de
versie met:
• Twee smart key-sleutels.
• Een label met de sleutelcode (Er wordt een etiket
geplakt in de voertuighandleiding in de zone die
hiervoor is voorzien).
De code is onmisbaar voor elke
sleutelprogrammering.
De smart key sleutel is een elektrische sleutel die
door het systeem herkend wordt binnen een straal
van ongeveer 1.5 meter en die het mogelijk maakt:
• De motor te starten.
• De koffer te ontgrendelen.
• De brandstofklep te openen.
Bewaar de smart key niet op een plaats
waar deze onvrijwillig zou kunnen worden
vervormd of kan breken: Bijvoorbeeld
wanneer we gaan zitten op de smart key rij
in een achterzak van kleding.
28/46
Om ieder risico op ongeval of diefstal te
voorkomen, laat u de smart key sleutel
nooit achter in de nabijheid of in een koffer
van het voertuig.
Elektrische storingen
De sleutel smart key werkt eventueel niet wanneer
deze zich in de buurt van een elektronisch apparaat
bevindt: telefoon, laptop, intense magnetische
velden ...
Draaiknop
Wanneer de smart key sleutel niet herkend
wordt, kan de draaiknop niet geactiveerd
worden. Alleen een druk op de knop is
mogelijk, in het geval de verlichte rand snel
knippert gedurende 5 seconden.
1.Draaiknop.
2.Verlichtte rand (Blauw).
A. stoppositie.
Het elektrische circuit is uitgeschakeld.
Druk een seconde op de draaiknop om
het systeem te activeren, de verlichte rand
gaat branden om aan te geven dat de
sleutel smart key aanwezig is: De knop
wordt ontgrendeld. Draai de draaiknop binnen
maximaal 5 seconden naar de stand "ON" (B).
B. Positie aan/Starten.
Het elektrische circuit is ingeschakeld. De motor
kan gestart worden.
Wanneer het contact ingeschakeld
is, wordt het circuit automatisch
onderbroken na 30 seconden als de
motor niet gestart wordt.
C. Vergrendelde stuurrichting.
De stuurinrichting is vergrendeld en alle
elektrische circuits zijn onderbroken.
1. Vergrendeling van de stuurinrichting.
• Draai het wiel naar links of rechts tot de
aanslag.
• Druk één seconde op de draaiknop om het
systeem te activeren, de verlichte rand gaat
aan.
• Draai de draaiknop naar de
vergrendelingsstand.
2. Ontgrendeling van de stuurinrichting.
• Druk één seconde op de draaiknop om het
systeem te activeren, de verlichte rand gaat
aan.
• Draai de draaiknop naar de stand (A).
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
