Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 54).
De beeldverwerkingsfunctie aanpassen
Druk op de knop A wanneer [Start] (submenu 2) wordt weergegeven.
• De controle en aanpassing van de beeldverwerkingsfunctie start.
De houdingsindicator kalibreren H [Niveau aanp.]
Submenu 2
Resetten
Aanpassen
De slaapstandvertraging kiezen H [Slaapstand]
Submenu 2
Uit
1 min/3 min/
5 min
Een Eye-Fi-kaart gebruiken H [Eye-Fi]
Submenu 2
Aan
Uit
• De instelling kan worden gewijzigd als er een Eye-Fi-kaart wordt geplaatst.
• Wanneer u een Eye-Fi-kaartje gebruikt, dient u eerst de gebruiksaanwijzing
van het Eye-Fi-kaartje zorgvuldig te lezen en de instructies te volgen.
• Gebruik het Eye-Fi-kaartje in overeenstemming met de geldende wetgeving
en regelgevingen van het land waar u de camera gebruikt.
• Op plaatsen zoals in een vliegtuig, waar Eye-Fi-communicatie verboden is, dient
u het Eye-Fi-kaartje uit de camera te verwijderen of [Eye-Fi] in te stellen op [Uit].
• Deze camera ondersteunt de stand Eindeloos van het Eye-Fi-kaartje niet.
De certificeringsmarkeringen controleren H [Certificering]
Een deel van de certificeringsmarkering (voor veiligheidsnormen, enz.)
wordt afgebeeld.
74 NL
74 NL
Herstelt ingestelde waarden naar de fabrieksinstellingen.
Stelt de huidige camerapositie in als het nulpunt.
Slaapstand (energiebesparing) uitschakelen.
De camera wordt in de sluimerstand (energiebesparing)
geschakeld als er gedurende de geselecteerde periode geen
handelingen worden uitgevoerd.
• De camera kan opnieuw worden geactiveerd door de
ontspanknop half in te drukken.
Schakelt een draadloze verbinding op Eye-Fi-kaarten in.
Schakelt een draadloze verbinding op Eye-Fi-kaarten uit.
Toepassing
Toepassing
Toepassing