Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 54).
• De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in
p Opnamemenu 1
Standaardinstellingen herstellen/instellingen opslaan
p [Aangepaste modi resetten/toewijzen]
Standaardinstellingen herstellen
De camera-instellingen kunnen probleemloos worden teruggezet naar de
standaardinstellingen. g "Menulijst" (Blz. 121)
1 Markeer [Aangepaste modi resetten/toewijzen] in Opnamemenu 1 en druk op
de knop A.
2 Markeer [Resetten] en druk op de knop A of I (pendelknop).
3 Kies het resettype.
• Om alle instellingen behalve de tijd en de datum te resetten, markeert u
[Full] en drukt u op A.
4 Markeer [Ja] en druk op de knop A.
Instellingen opslaan
De huidige instellingen kunnen in een van twee Aangepaste modi worden
opgeslagen. De opgeslagen instellingen kunnen worden opgeroepen door
de menuregelaar naar C1 of C2 te draaien. g "Menulijst" (Blz. 121)
Submenu 2
Aangepaste
modus C1
Aangepaste
modus C2
1 Pas de instellingen aan om ze op te slaan.
• Draai de functieknop naar een andere stand dan A (filmmodus).
2 Markeer [Aangepaste modi resetten/toewijzen] in Opnamemenu 1 en druk op
de knop A.
3 Selecteer [Aangepaste modus C1] of [Aangepaste modus C2] en druk op de
knop A.
4 Markeer [Instellen] en druk op de knop A.
• Eventuele bestaande instellingen worden overschreven.
• Selecteer [Resetten] om het vastleggen te annuleren.
56 NL
56 NL
Submenu 3
Set
Huidige instellingen opslaan.
Resetten
Terugkeren naar de standaardinstelling.
Set
Gelijk aan Aangepaste modus C1.
Resetten
.
Toepassing