Veiligheidsinstructies
Machine aan- en loskoppelen
18
De machine uitsluitend aan geschikte tractors aankoppelen en
met geschikte tractors transporteren!
De machine volgens de voorschriften aan de voorgeschreven
koppelinrichtingen aankoppelen!
Bij het aankoppelen van de machine aan de voor- en/of
achterkant van een tractor mogen de volgende waarden niet
overschreden worden:
het toelaatbare totale gewicht van de tractor,
de toelaatbare aslasten van de tractor,
de toelaatbare gewichtsbelasting op het koppelpunt van de
tractor,
het toelaatbare trekvermogen van de koppelinrichting,
de toelaatbare draagkracht van de banden van de tractor!
Tractor en machine beveiligen tegen wegrollen, voordat de
machine aan- of losgekoppeld wordt!
Het is verboden dat zich personen tussen de tractor en de
machine bevinden, als de tractor naar de machine toe rijdt of als
de hydraulische driepuntsinrichting geactiveerd wordt!
Personen die de bestuurder willen dirigeren, mogen dit
uitsluitend doen, terwijl ze naast de voertuigen staan en mogen
pas tussen de voertuigen gaan staan, als deze tot stilstand
gekomen zijn.
Bij het aan- en loskoppelen van de machine de noodzakelijke
steunvoorzieningen in de betreffende steunpositie zetten
(stabiliteit)!
Bij het gebruik van de steunvoorzieningen kan gevaar ontstaan
doordat personen bekneld raken of zich schuren!
Bij het aan- en loskoppelen van de machine steeds heel
voorzichtig zijn! Tussen de tractor en de machine zijn er knel,
kneus- en schuurplekken in de buurt van de koppelplekken!
Het is verboden dat zich personen tussen de tractor en de
machine bevinden, als de hydraulische driepuntsinrichting
geactiveerd wordt!
Gekoppelde voedingsleidingen controleren. Gekoppelde
voedingsleidingen:
moeten bij het rijden door een bocht soepel meebewegen,
zonder dat er spanning, een knik of een schuurplek
ontstaat,
mogen niet tegen andere componenten aan schuren!
De losgekoppelde machine steeds stabiel neerzetten!
Voermengwagen
V-MIX Fill Plus L / LS