11.9.1
Kenmerking van hydraulische slangleidingen
De kenmerking op de armatuur bevat de
volgende informatie:
(1) Kenmerking van de fabrikant van de
hydraulische slangleiding (A1HF)
(2) Fabricagedatum van de hydraulische
slangleiding
(07 / 10 = Jaar / Maand = Oktober 2007)
(3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (200 bar)
11.9.2
Onderhoudsintervallen
11.9.3
Criteria voor de inspectie van hydraulische slangleidingen
Voermengwagen
V-MIX Fill Plus L / LS
Afb. 11.9-1
Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna elke 50 bedrijfsuren:
1. Alle componenten van de hydraulische installatie op dichtheid
controleren.
2. De schroefverbindingen zonodig aandraaien.
Vóór elke inbedrijfstelling:
1. Hydraulische slangleidingen op zichtbare gebreken controleren.
2. Schuurplekken aan hydraulische slangleidingen en buizen
verhelpen.
3. Versleten of beschadigde hydraulische slangleidingen
onmiddellijk vervangen.
Omwille van uw eigen veiligheid:
Hydraulische slangleidingen onmiddellijk vervangen, zodra een van
de volgende gebreken vastgesteld werd:
Beschadigingen van de buitenste laag tot aan de tussenvoering
(bijv. door schuurplekken, snedes, scheuren).
Verbrossing van de buitenste laag (zichtbaar door
scheurvorming van het slangmateriaal).
Onnatuurlijke vervorming van de hydraulische slangleiding, bijv.
lagen van de leiding raken los van elkaar, blaasvorming,
plaatsen waarop de leiding gekneld of geknikt is.
Ondichte plekken.
Beschadiging, deformatie of ondichtheid van de slangarmatuur.
Geringe schade aan de oppervlakte is geen reden tot
vervanging.
Slang raakt los van de armatuur.
Corrosie aan de armatuur, die een nadelige invloed op de
functie en de stevigheid kan hebben.
Ondeskundig gelegde hydraulische slangleidingen, er werd bijv.
geen rekening gehouden met de juiste buigradius of de
Reiniging, service en onderhoud
1
3
2
161