7
Inbedrijfstelling
3. Wanneer de hefhoogte van de tractor desalniettemin niet volstaat om de ge-
wenste aanbouwhoogte in te stellen: het onderste koppelpunt voor onderste
hefarmen van de machine gebruiken.
Vergewis u ervan dat de door de fabrikant van de tractor of de bovenste hefarm
voorgeschreven maximale lengte van de bovenste hefarm niet overschreden
wordt.
Neem de gegevens in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de tractor
of de bovenste hefarm in acht.
Afb. 7.11: Machine aan het koppelpunt voor onderste hefarmen onderaan aan-
In principe geldt:
A + gewas ≤ V
B + gewas ≤ H
50
gebouwd
LET OP
Max. 770 mm
Max. 830 mm