2. Strooischoep met de nieuwe
schroef [8], de nieuwe borg-
moeren [6] en de nieuwe
borgringen [7] aan de
strooischijf schroeven.
3. Schroef derwijze aandraai-
en dat ze strokend en vast
ligt (aanhaalmoment ca.
8 Nm).
4. Schroef [8] weer ca. een halve slag losdraaien om het eenvoudige verstellen
van de positie van de verlengingsschoep te garanderen.
De schroef mag slechts zover losgedraaid worden opdat de positie van
de verlengingsschoep versteld kan worden en de verlengingsschoep
nog vast op de hoofdschoep ligt.
5. Platte veer met de instelhendel weer vergrendelen.
6. Werkstappen eventueel herhalen bij andere verlengingsschoepen die ver-
vangen moeten worden.
Beide strooischijven weer monteren. Zie
ren, pagina
120.
Onderhoud en reparatie
Afb. 12.20: Bevestigingspunten van de
strooischoepen
Afb. 12.21: Bevestigingspunten van de
strooischoepen
12.8.2: Strooischijven monte-
6
7
8
7
125
12