Instelling van de geleideplaten (letterschaal):
Op de letterschaal (K tot P, [6]) worden de geleideplaten [3] op de desbetreffende
meststofsoort en het type grensstrooien (grens- of kantstrooien) ingesteld.
1. De beide vaststelmoeren [4], [5] met instelhendel van de machine losmaken.
2. Het schuifdeel [1] met zijn indicatiewijzer op de door de insteltabel opgegeven
letter schuiven.
De weergavepijl staat precies boven de dienovereenkomstige letter.
3. Vaststelmoer nabij de letterschaal [5] met instelhendel van de machine aan-
spannen.
Instelling van de geleideplaten (cijferschaal):
De cijferschaal [2] wordt in wezen voor de instelling van de werkbreedte gebruikt.
1. De dienovereenkomstige cijferwaarde aan de inkerving in het schuifdeel [1]
aan het uiterste uiteinde instellen door de geleideplaten [3] te bewegen.
2. De complete versteleenheid met de buiten liggende vaststelmoer [4] vastzetten.
Het instelvoorbeeld in
[8] voor korrelvormig ureum, bij een werkbreedte van 12 m = M–4 [6], [2].
Grensstrooien bij werkbreedten 20 - 24 m
Voor optimalisering van het strooibeeld strekt het tot aanbeveling, op de grens-
strooizijde de hoeveelheid met 30 % te reduceren.
Indien in de insteltabel (sticker) van de TELIMAT T1 in een kolom het symbool -
- staat, geldt:
Kantstrooien met TELIMAT is niet mogelijk, aangezien het strooibeeld voor
het veldstrooien reeds op een strooibeeld voor kantstrooien lijkt. Dit geldt
eveneens voor kantstrooien van 20 tot 24 m
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien
Afb. 10.2
komt overeen met de kantstrooi-instelling
LET OP
10
95