12
Onderhoud en reparatie
12.4
Reiniging
Voor het waardebehoud van uw machine adviseren wij u om deze na ieder ge-
bruik onmiddellijk te reinigen met een zachte waterstraal.
Voor eenvoudige reiniging kan het beschermrooster in het reservoir omhoog ge-
klapt worden (zie hoofdstuk
pagina
Neem in het bijzonder goed nota van de volgende aanwijzingen voor de rei-
niging:
De uitloopkanalen en het gedeelte van de schuifgeleiding uitsluitend van on-
deraf reinigen.
Reinig ingeoliede machines alleen op wasplaatsen met olieafscheider.
Richt bij de reiniging met hoge druk de waterstraal nooit direct op waarschu-
wingssymbolen, elektrische inrichtingen, hydraulische componenten en glij-
lagers.
Na de reiniging bevelen wij aan, de droge machine, in het bijzonder de gecoa-
te strooischoepen en de roestvrijstalen delen, met een milieuvriendelijk anti-
roestmiddel te behandelen.
Voor de behandeling van roestplekken kan bij de geautoriseerde dealer een ge-
schikte polijstset worden besteld.
112
12.3: Beschermroosters in het reservoir openen,
110).