12
Onderhoud en reparatie
Variant Q: Doseerschuiven openen (positie 130).
Naar testpunten toe sturen (zie bedrijfshandleiding van de bedieningsunit).
8. Tractor uitschakelen en contactsleutel eruit trekken of aggregaat/trafo uit-
schakelen.
9. Bout onderste hefarm
∅ = 28 mm (bij zaaigoed of
slakkenkorrels de instelhen-
del ∅ = 8 mm) in de rechter
of linker doseeropening ste-
ken.
Geval 1:
Bout kan in de doseeropening geleid worden en heeft minder dan 1 mm
speling.
De instelling is in orde.
Bout uit de doseeropening verwijderen.
Strooischijven weer monteren.
Geval 2:
Bout kan in de doseeropening geleid worden en heeft meer dan 1 mm spe-
ling.
Er is een nieuwe instelling vereist.
Bout uit de doseeropening verwijderen.
Met hoofdstuk
Geval 3:
Bout kan niet in de doseeropening geleid worden.
Er is een nieuwe instelling vereist.
Bout uit de doseeropening verwijderen.
Met hoofdstuk
114
Afb. 12.5: Bout voor de onderste hefarm in
[12.5.2]
doorgaan.
[12.5.2]
doorgaan.
doseeropening