12
Onderhoud en reparatie
12.9
Instelling van het roerwerk controleren
1. Roerwerk in de roerwerkas plaatsen en de bajonetsluiting vergrendelen.
2. Het vergrendelde roerwerk naar boven trekken.
De afstand tussen de onderkant van het roerwerk en de bodem van de voor-
raadbak moet thans 1 mm bedragen.
3. Gebruik ter controle een 1 mm dikke borgring of een plaatstrook.
Afb. 12.14: Instelling van het roerwerk
Geval 1: Er is te veel lucht tussen het roerwerk en de bodem van de voor-
raadbak.
Drijfwerk dieper plaatsen door borgringen aan de 3 bevestigingsschroeven te
verwijderen. Eventueel gelijkmatig aan de vier schroeven plaatstroken plaat-
sen die langs de voorraadbak heen lopen.
Geval 2: De afstand is kleiner dan 1 mm.
Aan het drijfwerk overeenkomstig dikke borgringen gelijkmatig onder de 3 be-
vestigingsschroeven leggen.
Geval 3: Het roerwerk kan niet vergrendeld worden.
De dwarse pen zit te diep.
Aan het drijfwerk overeenkomstig dikke borgringen gelijkmatig onder de 3 be-
vestigingsschroeven leggen.
122