Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Op Basis Van Acs Productiemodus; Met Oqlt021 Systeemcontroller; Met Directe Controle Van Acs-Productie Vanaf K18-Unit - ROBUA K18 SIMPLYGAS Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling
bereikt, zelfs als er bijvoorbeeld een mengsel in het secundaire hy-
draulische circuit aanwezig is. Indien vereist stelt u de waarde voor
de toename in de parameter 203 in. De toename moet beperkt blij-
ven tot wat strikt noodzakelijk is.
U kunt de interventie afremmen in integratie op de service verwar-
ming (niet op de service SWW) van de hulpgenerator boven een
gegeven buitentemperatuur.
„ Om deze functie te gebruiken, stelt u de waarde van de buiten-
temperatuurlimiet met de parameter 185 in.
„ Voor het uitschakelen van de afremfunctie stelt u parameter
185 in op de maximaal toegestane waarde (40 °C).
De hulpgenerator blijft in ieder geval in noodfunctie actief.
De functie gebruikt als buitentemperatuur de waarde die
wordt gefilterd met de constante tijd van 30' ten opzichte van
de momentane waarde.
Modus voor integratie en vervanging op de service verwarming
Als de beheermodus van de hulpgenerator integratie en vervanging is
(parameter 50 ingesteld op de standaardwaarde 3) maakt het systeem
voor de service verwarming gebruik van een aantal criteria voor ver-
vanging van de warmtepomp, uitsluitend met gebruik van de hulpge-
nerator. Met behulp van een aantal parameters kunnen de criteria voor
vervanging worden aangepast of afgeremd.
1. Vervanging bij lage buitentemperatuur: de warmtepomp wordt
vervangen met de hulpgenerator als de externe omgevingstem-
peratuur daalt onder een bepaalde waarde. Dit criterium is vooral
nuttig wanneer voor de installatie een bijzonder hoge aanvoertem-
peratuur wordt vereist (ook hoger dan de werkingsgebieden van
de warmtepomp), wanneer de buitentemperatuur zeer laag is.
„ Om deze functie te gebruiken, stelt u de waarde van de buiten-
temperatuurlimiet met de parameter 217 in.
„ Voor het uitschakelen van de vervangingsfunctie stelt u para-
meter 217 in op de minimaal toegestane waarde (-30 °C, stan-
daardwaarde).
2. Vervanging bij zeer hoge buitentemperatuur: de warmtepomp
wordt vervangen met de hulpgenerator als de externe omge-
vingstemperatuur stijgt boven een bepaalde waarde. Dit criteri-
um is vooral nuttig vooral in installaties met een lage waterinhoud
en lage energiebehoefte ten opzichte van het vermogen van de
warmtepomp.
„ Om deze functie te gebruiken, stelt u de waarde van de buiten-
temperatuurlimiet met de parameter 218 in.
„ Voor het uitschakelen van de vervangingsfunctie stelt u para-
meter 218 in op de maximaal toegestane waarde (40 °C, stan-
daardwaarde).
Ook deze twee vervangingsfuncties gebruiken de gefilterde
waarde van de buitentemperatuur.
3. Bij vervanging op limiet van de thermostaat van de warmtepomp:
de warmtepomp wordt vervangen met de hulpgenerator als de
temperaturen van aanvoer en/of terugkeer van de warmtepomp de
toegestane werkingsgebieden overschrijden (zie tabel 1.2  p.  17 )
. Elke 25' controleert het systeem of de warmtepomp opnieuw kan
worden ingeschakeld. Deze functie kan worden gewijzigd of uitge-
schakeld met behulp van de parameter 187.
„ Om deze functie te gebruiken moet de parameter 187 op een
andere waarde dan 0.0 worden ingesteld; een hoge waarde
maakt het opnieuw activeren van de warmtepomp minder
waarschijnlijk en zorgt daarentegen voor een stabielere wer-
king van het systeem; een lage waarde begunstigt het op-
nieuw activeren van de warmtepomp, maar maakt het waar-
schijnlijker dat, zelfs kort, de situatie van limietthermostaat
42
zich opnieuw voordoet.
„ Voor het uitschakelen van de vervangingsfunctie stelt u para-
meter 187 in op de minimaal toegestane waarde (0.0 K).
„ De functie is standaard ingeschakeld, met een waarde van 3.0
K.
Modus voor integratie en vervanging op de service SWW
Als de beheermodus van de hulpgenerator integratie en vervanging is
(parameter 51 ingesteld op de standaardwaarde 4) maakt het systeem
voor de service SWW gebruik van een aantal criteria voor vervanging
van de warmtepomp, gelijk aan wat we hebben gezien bij de service
verwarming.
De criteria die worden gebruikt zijn die welke zijn beschreven in de
punten 1 en 3 voor de service verwarming, dus vervanging bij lage
buitentemperatuur (afhankelijk van de parameter 217) en vervanging
bij limietthermostaat (afhankelijk van parameter 187). Er wordt echter
geen enkel criterium voor vervanging bij zeer hoge buitentemperatuur
toegepast.
5.3.7
Instellingen op basis van het type instelling van het
setpunt van het water voor de service verwarming

Met OQLT021 systeemcontroller

Handel zoals beschreven in de handleiding voor installatie van
de systeemcontroller (bijvoorbeeld om de klimaatcurves in te
stellen, rechtstreeks beheerd door deze controller).
Met andere besturingssystemen (ruimtethermostaat of algemene
externe vrijgave)
U kunt de unit K18 Simplygas instellen om een vast watersetpunt te ge-
bruiken voor de service verwarming, of variabel op basis van de buiten-
temperatuur (klimaatregeling, sterk aanbevolen optie).
Om de werkwijze met vast setpunt in te stellen, stelt u de parame-
ter 225 op de waarde 0 in; stel daarna de parameter 226 op de ge-
wenste setpuntwaarde in (Paragraaf 6.6.2  p. 48 ).
Om de werkwijze met variabel setpunt op basis van de buitentem-
peratuur in te stellen:
1. Stel de parameter 225 op de waarde 1 in.
2. Ga in het menu 2 naar de parameter "_26", op het display moet
"2._26" verschijnen (procedure Paragraaf 6.5  p. 45 ).
3. Druk op de toets
: op het display verschijnt de knipperende
code "rPF1".
4. Druk opnieuw op de toets
5. Volg daarna de instructies in de paragraaf 6.6.1  p. 47 .
Zie voor het opnieuw starten wanneer de unit geblokkeerd is
paragraaf 6.7  p. 48 .
5.3.8

Instellingen op basis van ACS productiemodus

5.3.8.1
Met OQLT021 systeemcontroller
Handel zoals beschreven in de handleiding voor installatie van
de systeemcontroller.
5.3.8.2

Met directe controle van ACS-productie vanaf K18-unit

Om de productie K18 van ACS direct te kunnen beheren, is het
essentieel dat de sonde correct is aangesloten en geconfigu-
reerd in de ACS-accumulatie (GHP'' , paragraaf 5.3.5.2  p. 40 ).
In dit geval neemt het COM-DHW-contact de functie van selector van
het te gebruiken instelpunt over, verwijzend naar de watertemperatuur
in de ACS-accumulatie, gemeten door de GHP-sonde'' (en niet langer
naar de toevoer- of retourtemperatuur van de unit K18):
5
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave