Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Op Basis Van Het Type Besturingssysteem; Instellingen Op Basis Van Het Glycolgehalte; De Werkwijze Instellen (Aan/Uit Of Modulerend) - ROBUA K18 SIMPLYGAS Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling
Parameter
Niet wijzigen
220 (8)
225 (9)
226 (9) (10)
227 (9)
228 (9)
229 (9)
230 (9)
236 (11)
238
1
Bij modulatie circulatiepomp verwarming OFF, oftewel parameter 174 ingesteld op de waarde 0.
2
Bij modulatie circulatiepomp SWW OFF, oftewel parameter 183 ingesteld op de waarde 0.
3
Hulpgenerator ingeschakeld voor buitentemperatuur < parameter 185.
4
De waarden van de parameters 211 en 213 worden gebruikt als de parameter 219 de waarde 1 heeft en die van de parameters 212 en 214 als de parameter 219 de waarde 0 heeft. Als de unit is aangesloten op
de systeemcontroller OQLT021 (parameter 47 ingesteld op de waarde 2) dan wordt deze parameter genegeerd; in dit geval is de maximale (of minimale) waarde van de setpoint vast en valt die samen met de
maximale (of minimale) waarde die kan worden ingesteld met de parameter.
5
Vervanging voor buitentemperatuur < parameter 217.
6
Vervanging voor buitentemperatuur > parameter 218.
7
Als het systeem wordt geconfigureerd om de afstelling op de service verwarming uit te voeren met behulp van de sonde GHP (AUX PROBE 1, zie arameter 210), de effectieve regeling vindt natuurlijk op de
leiding plaats waarop de sonde is geïnstalleerd. Het is in ieder geval belangrijk om deze parameter correct te configureren, zodat het systeem de correcte maximum- en minimumlimiet van de setpoint kan
toepassen.
8
Als het systeem is geconfigureerd voor het uitvoeren van afstelling op de ACS-service met behulp van de GHP-sonde (AUX PROBE 2, zie parameter 209), vindt de feitelijke afstelling op natuurlijke wijze plaats op
de leiding waar de sonde is geïnstalleerd. Het is echter belangrijk om deze parameter correct te configureren, zodat het systeem de juiste maximale en minimale instelpunten kan toepassen.
9
Als de unit op de systeemcontroller OQLT021 (optie) is aangesloten, dan wordt deze parameter genegeerd.
10
Deze parameter wordt genegeerd als de parameter 225 de waarde 1 heeft.
11
Deze parameter wordt genegeerd als de unit de ACS-productie niet direct beheert.
5.3.1
Instellingen op basis van het type
besturingssysteem
Als de systeemcontroller OQLT021 aanwezig is, moet u de parame-
ter 47 op de waarde 2 instellen.
Stel de parameter 47 op de waarde 1 (standaard) in voor de andere
besturingstypes.
5.3.2

Instellingen op basis van het glycolgehalte

Lees de waarschuwingen in de paragrafen 3.5  p.  26 en
3.7  p. 26 voordat u deze instellingen gaat uitvoeren.
Stel de parameter 182 op de waarde 1 in als er antivriesglycol in
het primaire circuit is gevuld; u kunt de antivries beschermfunctie
eventueel deactiveren door de parameter 163 op de waarde 0 in
te stellen.
Stel de parameter 182 op de waarde 0 in als er geen glycol aan-
wezig is en controleer of de parameter 163 op de waarde 1 staat.
Bovendien moet u de unit elektrisch gevoed houden en met de
gastoevoerlijn open, zodat de antivriesfunctie geactiveerd kan
worden.
5.3.3

De werkwijze instellen (AAN/UIT of modulerend)

Het is sterk aanbevolen om met de technische dienst contact
op te nemen voordat u deze instelling uitvoert Robur.
De default werkwijze is MODULEREND. Om de unit in ON/OFF te confi-
gureren stelt u de parameter 181 in op de waarde 0.
5.3.4
Instellingen op basis van het type
watercirculatiepomp van het primaire hydraulische
circuit
De pomp van K18 Simplygas C1 units wordt die normaal beheerd door
de unit in de modus met variabel de- biet, zowel bij service verwarming
als bij service SWW, met de bedoeling een constante deltaT te behou-
den (default 10 K voor beide services) tussen de watertemperatuur van
de retour en van de aanvoer wanneer het warmtevermogen geleverd
door de unit varieert. Dit type beheer is voor de meeste toepassingen
40
Beschrijving
Controle aanvoerwatertemperatuur in service SWW
Beheer setpunt
Vast setpunt watertemperatuur in service verwarming
ACS-richtwaarde met COM-DHW-contact gesloten
Helling klimaatcurve service verwarming
Offset klimaatcurve service verwarming
Setpoint omgevingstemperatuur met klimaatcurve service verwarming
Setp.boost aanvoerwatertemperatuur voor ACS-service
Gebruik temperatuursonde AUX 3
Waarden
0. retour
1. aanvoer
0. vast setpoint
1. klimaatcurve
De minimale en maximale waarden hangen af van
wat tijdens de installatiefase is ingesteld
van 10 °C tot 80 °C
van 10 tot 400
van -5 K tot +5 K
van 0 °C tot 40 °C
van 1 K tot 10 K
0. geen (sonde niet geïnstalleerd)
1. buitentemperatuursonde
2 . ACS-accumulatiesonde
geschikt.
Toch is het volgende mogelijk:
De waarde van de gewenste deltaT wijzigen voor de service ver-
warming en/of SWW, respectievelijk via de parameters 178 en 184.
Het is sterk aanbevolen om met de technische dienst contact op te
nemen voordat u verder gaat Robur.
De onderste limiet wijzigen van het debiet van de watercirculatie-
pomp via de parameter 200. Dit kan nodig zijn om problemen te
corrigeren waarbij er weinig of geen circulatie is (ook alleen op be-
paalde takken van de installatie) wanneer de circulatiepomp door
het systeem met laag debiet wordt aangestuurd.
De circulatiepomp configureren voor de werking mert een gege-
ven vast debiet, voor de service verwarming en/of SWW:
„ Service verwarming: stel de parameter 174 in op de waarde 0,
stel daarna de parameter 176 in op een waarde tussen 3 (mini-
maal debiet) en 10 (maximaal debiet).
„ Service SWW: handel zoals in het vorige geval, gebruik nu res-
pectievelijk de parameters 183 en 177.
Het is altijd mogelijk om de effectieve waarde van het door de
debietmeter van de unit gemeten waterdebiet weer te geven.
Om dit te doen gaat u naar het menu 0 en selecteert u de pa-
rameter 24: de weergegeven waarde wordt uitgedrukt in liters
per uur.
5.3.5
Instellingen op basis van de geïnstalleerde
temperatuursondes
5.3.5.1
Met OQLT021 systeemcontroller
Handel zoals beschreven in de handleiding voor installatie van
de systeemcontroller.
5.3.5.2
Met andere besturingssystemen (ruimtethermostaat of
algemene externe vrijgave)
Raadpleeg de Afbeelding 3.2.4  p. 22 , en sluit de sondes GHP aan
op de ingang AUX PROBE 1 (zie Paragraaf 4.8  p.  34 ) en wijs de
waarde 1 (sonde afstellen verwarming) toe aan de parameter 210.
Als de unit de productie van ACS direct beheert, moet de
5
Default
1
1
40
55
75
0
20
5
0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave