Hydraulische installatie
3.2.4.3
Hydraulisch schema K18 Simplygas C1 met OQLT021 systeemcontroller
Afbeelding 3.3 K18 Simplygas C1 met OQLT021 systeemcontroller, met optionele inbouwboiler
1
1
Warmtepomp K18 Simplygas C1
2
Interne modulerende circulatiepomp opvoerhoogte beschikbaar 4,0 m c.a.
3
Flexibele koppeling
4
Manometer
5
Vulfilter
6
Servicekraan
7
Veiligheidsklep 3 bar
8
Expansievat
9
Temperatuursonde met onderdompeling GHP (standaard) die aan het verwar-
mingscircuit moet worden gemonteerd (zie Paragraaf 3.2.4.4 p. 24 )
10
3-weg keerklep verwarming/SWW (verkrijgbaar als accessoire OVLV007)
11
Boiler voor SWW van 200 of 300 liter, spoel 3 of 4 m² (verkrijgbaar als accessoire
OSRB012 of OSRB004)
12
Temperatuursonde met onderdompeling (verkrijgbaar als accessoire OSND004)
3.2.4.4
Warmtevoorziening
Directe warmtevoorziening met één zone (installatie met alleen primair hydraulisch circuit)
Afbeelding 3.4 Warmtevoorziening 01 - rechtstreeks
1
Temperatuursonde met onderdompeling GHP (standaard)
2
Radiateur
Waterdebiet
Watercirculatie moet altijd gegarandeerd zijn, bijvoorbeeld om
de antivriesfunctie van de unit correct te kunnen uitvoeren.
24
14
13
A
3
2
15
7
8
16
ST
P
4
5
6
13
Systeemcontroller (noodzakelijk accessoire OQLT021)
14
Buitenlucht temperatuursonde (standaard bij OQLT021)
15
Hulpgenerator (optioneel)
16
Terugslagklep (alleen installeren bij aanwezigheid van hulpgenerator)
17
Temperatuursonde met onderdompeling (alleen met hulpgenerator, verkrijgbaar
als accessoire OSND004)
18
Ontwikkelde kamerthermostaat (accessoire standaard geleverd met OQLT021, bij
voorkeur in ruimte geplaatst)
A
Gasaansluiting
B
Hulpgeneratorgroep (optioneel)
C
Groep buffervat van minimaal 100 liter (optioneel)
Verwarmingscircuit, uitgehaald zoals beschreven in paragraaf 3.2.4.4 p. 24
D
De onderdelen die zijn ingesloten in de gestippelde rechthoeken zijn optioneel.
A
Aansluiting op eenheid K18 (watertemperatuursonde GHP-systeem)
Laat een radiator zonder klep (thermostatisch of handmatig),
of maak een toevoer-/retourbypass uitgerust met een gekali-
breerde overdrukklep zodat deze alleen kan openen wanneer
alle radiatoren gesloten zijn, zoals weergegeven in het schema
in figuur 3.5 p. 25 .
B
11
12
17
10
3
C
D
9
ST
18