Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toevoer Van Brandstofgas; Rookgasafvoer - ROBUA K18 SIMPLYGAS Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hydraulische installatie
circulatiepomp zal het water na de circulatietijd blijven circuleren
5. Controleer en reinig de filter op de retourleiding.
6. Herhaal de punten 1, 2 en 3 tot de druk gestabiliseerd is (minstens
1,5 bar).
3.10

TOEVOER VAN BRANDSTOFGAS

3.10.1 Gasaansluiting
1/2" M
aan de linkerzijde, onderaan, plaat met koppelingen (Afbeelding
1.3  p. 10 ).
Het is in iedere geval mogelijk om de leiding te verminderen
tot een diameter tot 3/8", waarbij steeds voldoende gasdruk
naar het toestel wordt verzekerd (zie Tabel 3.3  p.  28 ), reke-
ning houdend met het hele toevoertraject en het drukverlies
erop.
Installeer een trillingswerende verbinding tussen het toestel en de
gasleiding.
Tabel 3.3   Druk distributiegas
Productcategorie
Land van bestemming
AL, BG, CY, CZ, DK, EE, FI, GR, HR, IT, LT, MK, NO, RO, SE, SI, SK, TR
II
2H3B/P
AT, CH
AL, BG, CZ, ES, GB, HR, IE, IT, LT, MK, PT, SI, SK, TR
II
2H3P
RO
II
DE
2ELL3B/P
II
FR
2Esi3P
II
HU
2HS3B/P
II
LU
2E3P
II
NL
2L3B/P
II
PL
2E3B/P
I
BE
2E(S)
BE
I
3P
IS
I
LV
2H
I
3B/P
MT
I
3B
3.10.5 Verticale leidingen en condens
Indien nodig moeten de verticale gasleidingen voorzien zijn van
een sifon en een condensaflaat om de condens af te voeren die zich
in de leiding kan vormen.
Indien nodig moet men de leiding isoleren.
3.10.6 Drukreduceerventielen LPG
Met de GPL moeten worden geïnstalleerd:
Een drukreduceerventiel eerste sprong, in de buurt van de vloei-
bare gastank.
Een drukreduceerventiel tweede sprong, in de buurt van het ap-
paraat.
3.11

ROOKGASAFVOER

Conformiteit aan de normen
Het toestel is gehomologeerd voor aansluiting op een afvoer-
leiding voor de verbrandingsproducten van de types vermeld
in Tabel 1.2  p. 17 .
28
3.10.2 Afsluitkraan verplicht
Voorzie een (manuele) gasafsluitkraan op de gastoevoerleiding,
vlakbij het toestel, om de gastoevoer naar het toestel indien nodig
af te sluiten.
Voer de aansluiting uit in overeenstemming met de geldende nor-
men.
3.10.3 Dimensionering van de gasleidingen
De gasleidingen mogen geen te grote drukval veroorzaken, waardoor
er onvoldoende druk naar het toestel wordt aangevoerd.
3.10.4 Gastoevoerdruk
Dit toestel is uitgerust voor een maximale gastoevoerdruk van
50 mbar.
De druk van de gastoevoer van het toestel, zowel statisch als dyna-
misch, moet in overeenstemming zijn met de Tabel 3.3  p. 28 , met een
tolerantie van ± 15%.
Een gasdruk die niet conform is (Tabel 3.3  p. 28 ) kan het toe-
stel beschadigen en een gevaar vormen.
Gastoevoerdruk
G20 [mbar]
G25 [mbar]
20
20
20
20
20
20
20
25
25
20
25
20
20
25
20
3.11.1 Aansluiting rookgasafvoer
Ø 80 mm (met afdichting), op de achterkant, boven (afbeelding
1.3  p. 10 ).
Het toestel wordt geleverd inclusief een eindstuk voor de rookgassen,
die door de installateur gemonteerd moet worden.
De terminal monteren
1. Verwijder de dop die op de uitgang van de rookgassen is
aangebracht.
2. Monteer het eindstuk op de kraag die op de rookgasafvoer zit.
De dop heeft tot doel te voorkomen dat er water en/of
vreemde voorwerpen in het apparaat komen voordat de ter-
minal is geïnstalleerd. Het is daarom belangrijk dat de beveili-
ging pas wordt verwijderd na voltooiing van de installatie van
het apparaat.
3.11.2 Eventuele schoorsteen
Het afvoeren van rookgassen kan plaatsvinden op de muur , maar kan
3
G30 [mbar]
G31 [mbar]
30
30
50
50
37
30
50
50
37
30
30
50
50
50
37
37
37
30
30
30
 
30

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave