Elektrische installatie
Afbeelding 4.9 Aansluiting van de lamp voor signalering alarmen
L
Fase
N
Neutraal
NIET MEEGELEVERDE componenten.
LA
Lamp voor signalering algemeen alarm
PTR
Veiligheidstransformator met spanning op secundaire circuit ≤ 24V (conform
met de normen IEC EN 61558-2-6)
Wanneer de lamp AL gaat branden geeft dit aan dat de unit
in alarm is. Om te weten om welk type alarm het gaat moet
u, via de transparante afdekking (referentie I van afbeelding
1.3 p. 10 ), de operationele code aflezen die op het display
van de elektronische kaart verschijnt en refereren naar de tabel
8.2 p. 51 .
4.7
DE RESET VAN ALARMEN OP AFSTAND
UITVOEREN
Deze paragraaf is niet van toepassing bij gebruik van de sys-
teemcontroller OQLT021.
De reset van alarmen kan op afstand worden uitgevoerd door een druk-
knop aan te sluiten op het klemmenbord in het elektrische schakelbord
in het toestel.
Volg onderstaande aanwijzingen voor de aansluiting van de resetknop.
Afbeelding 4.10 p. 34
1. Ga naar het aansluitklemmenbord volgens de procedure
4.2 p. 30 .
2. De kabel die nodig is voor het aansluiten van de deblokkeerknop
moet afgeschermd 2 x 0,75 mm² zijn.
3. Voorzie voldoende lengte voor de kabel.
4. Sluit de kabel op de klemmen COM en RES aan.
5. De aansluitkabel moet gescheiden worden gehouden van kabels
die onder stroom staan.
De maximum toegelaten lengte van de aansluitkabel is 30
meter.
34
Afbeelding 4.10 Aansluiting van het reset kaartfouten
COM
Gemeenschappelijk
RES
Reset fouten
4.8
TEMPERATUURSONDES
De volgende instructies voor de elektrische aansluiting van de
sonde zijn niet van toepassing bij het gebruik van de systeem-
controller OQLT021. Volg in aanwezigheid van deze controller
de instructies voor het aansluiten van de sondes in de betref-
fende installatiehandleiding.
Er kunnen om tot drie temperatuursondes worden aangesloten, AUX
PROBE 1 en/of AUX PROBE 2 en/of AUX PROBE 3 om specifieke functies
mogelijk te maken, zoals beschreven in de paragraaf 5.3.5 p. 40 .
Gebruik een afgeschermde kabel om temperatuursondes
aan te sluiten
2x0,5 mm² tot 40 m
2x0,75 mm² tot 60 m
2x1,0 mm² tot 80 m
2x1,5 mm² tot 120 m
Sluit de afscherming aan op een aardingsklem van het klem-
menbord van de unit K18.
4.8.1
Temperatuursonde met onderdompeling GHP
De bijgeleverde GHP geleverd moet worden geïnstalleerd op het
warmtevoorzieningscircuit, achter de eventuele primaire/secundaire
ontkoppeling of het eventuele buffervat (zie referentie 1 afbeeldingen
3.4 p. 24 , 3.5 p. 25 , 3.6 p. 25 ). Deze sonde moet worden aange-
sloten op de ingang AUX PROBE 1, zoals in de afbeelding 4.11 p. 35 .
4.8.2
Buitentemperatuursonde
De externe temperatuursonde (beschikbaar als accessoire OSND007)
moet worden aangesloten op de AUX PROBE 2-ingang zoals aangege-
ven in Figuur 4.11 p. 35 als de eenheid K18 alleen de verwarmings-
dienst beheert of zoals in Figuur 4.13 p. 35 als de eenheid K18 recht-
streeks de ACS-productiedienst beheert, maar bij afwezigheid van een
hulpgenerator.
Verwijzend naar paragraaf 1.7 p. 16 is het gebruik van deze sonde aan
te raden bij de toepassingen die gebruik maken van besturing type (2)
of (3) en afstelling die is gebaseerd op de klimaatcurve.
Als het systeem echter alle drie de GHP-, GHP-en GHP-sondes nodig
heeft (zie ook paragraaf hieronder 4.8.3 p. 35 ), kan de externe tem-
peratuursonde niet worden geïnstalleerd (afbeelding 4.12 p. 35 ). In
4
NIET MEEGELEVERDE componenten.
PLS
Deblokkeerknop