3
3
HYDRAULISCHE INSTALLATIE
3.1
WAARSCHUWINGEN
Algemene waarschuwingen
Lees de waarschuwingen in hoofdstuk III.1 p. 4 , hierin staat
belangrijke informatie over de normen en de veiligheid.
Conformiteit met de installatienormen
De installatie moet in overeenstemming zijn met de geldende
normen die van toepassing zijn, op basis van het land en de
plaats van de installaties, voor wat de veiligheid, het ontwerp,
de uitvoering en het onderhoud betreft van:
verwarmingsinstallaties
koelinstallaties
gasinstallaties
rookgasafvoer
afvoer van condens van rookgassen
Bovendien moet de installatie in overeenstemming zijn met de
voorschriften van de constructeur.
3.2
HYDRAULISCHE INSTALLATIE
3.2.1
Primair en secundair verwarmingscircuit
De unit K18 Simplygas kan werken in installaties met enkel een primair
hydraulisch circuit, of met ontkoppelde primaire en secundaire hydrau-
lische circuits: in het eerste geval verzekert de waterpomp aangestuurd
door de unit K18 Simplygas ook de circulatie in de verbruikspunten, in
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud – K18 Simplygas
het tweede geval is de circulatie in de verwarmingscircuits verzekerd
door de hiervoor speciaal voorziene watercirculatiepompen.
Wat het opwekkingsdeel betreft, moet het schema worden gemaakt
zoals in Figuur 3.1 p. 22 voor de eenheid K18 Simplygas C1 voor
verwarming alleen, of zoals in Figuur 3.2 p. 23 voor de eenheid K18
Simplygas C1 voor verwarming en ACS-productie (met basis-ACS func-
tionaliteit). Zie figuur 3.3 p. 24 voor versie K18 Simplygas C1 voor ver-
warming, productie van ACS met geavanceerde ACS functionaliteit en
beheer van één of meerdere verwarmingscircuits.
Wat betreft de warmtevoorzieningscircuits zijn de oplossingen moge-
lijk die staan beschreven in de afbeeldingen 3.4 p. 24 , 3.5 p. 25 ,
3.6 p. 25 .
3.2.2
Constant of variabel waterdebiet
De unit K18 Simplygas kan werken met een constant of regelbaar wa-
terdebiet, afhankelijk van de instellingen op de elektronische kaart (zie
paragraaf 5.3.4 p. 40 ).
Installatie en componenten moeten op congruente wijze ontworpen
en uitgevoerd zijn.
3.2.3
Minimale waterinhoud
Een hoge thermische inertie bevordert een efficiënte werking van het
toestel. ON/OFF-cycli van zeer korte duur moeten vermeden worden.
Een buffervat (ingang boven en uitgang onder) is niet verplicht, maar
wordt voorgesteld voor installaties met een lage waterinhoud in het
primaire circuit, om te zorgen voor een minimale belasting tijdens peri-
oden met een gemiddelde-lage warmtevraag. Het is raadzaam voor in-
stallaties waarin het waterdebiet in het systeem aanzienlijk kan worden
verminderd, dus bij aanwezigheid van:
2-weg kleppen
▶
thermostatische kleppen op de radiatoren
▶
verwarmingscircuits met meerdere zones
▶
Gewoonlijk volstaat een buffervat van 80/100 liter.
Hydraulische installatie
21