7. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Verwarmingsfuncties
Ovenfunctie
Hetelucht
Pizza-functie
Lage tempera‐
tuur garen
Boven + onder‐
warmte
Bevroren ge‐
rechten
Grillen
Circulatiegrill
Onderwarmte
12
NEDERLANDS
Toepassing
Bakken op maximaal drie rek‐
standen tegelijkertijd en voed‐
sel drogen. Stel de tempera‐
tuur 20 - 40 °C lager in dan
voor Boven + onderwarmte.
Om pizza en andere gerech‐
ten te bakken die van onderaf
meer warmte nodig hebben.
Om malse, sappige braad‐
stukken te bereiden.
Voor het bakken en roosteren
op één ovenniveau.
Om kant-en-klaar-gerechten
(bijv. patat, aardappelpartjes
of loempia's) krokant te ma‐
ken.
Om dunne stukken voedsel te
grillen en brood te roosteren.
Voor het braden van grote
stukken vlees of gevogelte
met bot op één niveau. Voor
gratineren en bruinen.
Voor het bakken van taarten
met een krokante bodem en
het bewaren van voedsel.
Ovenfunctie
Ontdooien
Warmelucht
(vochtig)
Brood bakken
Warm houden
7.2 Notities over: Warmelucht (vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse en
ecodesign-vereisten (volgens EU 65/2014 en
EU 66/2014). Testen in overeenstemming
met: IEC/EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet wordt
onderbroken en de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Toepassing
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De ont‐
dooitijd is afhankelijk van de
hoeveelheid ingevroren voed‐
sel en de grootte daarvan.
Deze functie is ontworpen om
tijdens de bereiding energie
te besparen. Bij het gebruik
van deze functie kan de tem‐
peratuur in het apparaat ver‐
schillen van de ingestelde
temperatuur. De restwarmte
wordt gebruikt. Het verwar‐
mingsvermogen kan worden
verminderd. Raadpleeg voor
meer informatie het hoofdstuk
"Dagelijks gebruik", opmerkin‐
gen op: Warmelucht (voch‐
tig) .
Gebruik deze functie voor
brood en broodjes met een
bijna professioneel resultaat
qua krokantheid, kleur en
bruine korst.
Om voedsel warm te houden.
Houd er rekening mee dat
sommige gerechten kunnen
blijven koken en drogen ter‐
wijl ze warm worden gehou‐
den. Bedek de schalen indien
nodig.