5. BEDIENINGSPANEEL
5.1 Overzicht bedieningspaneel
1
2
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen.
Sensor‐
veld
1
-
2
3
4
5
6
7
8
9
10
5.2 Display
A
B
G
10
NEDERLANDS
3
4
5
Functie
Display
AAN/UIT
Opties
Mijn favoriete pro‐
gramma
Temperatuur / Snel
opwarmen
Omhoog, omlaag
OK
Ovenlamp
Klok
Kookwekker
C
F
E
D
6
7
8
Beschrijving
Geeft de huidige instellingen van het apparaat weer.
Apparaat in- en uitschakelen.
Om een verwarmingsfunctie of een automatisch program‐
ma in te stellen.
Om uw favoriete programma op te slaan. Gebruik het om
direct toegang te krijgen tot je favoriete programma of
wanneer het apparaat uit staat.
Voor het instellen of controleren van de temperatuur.
Houd het gedurende drie seconden ingedrukt om de func‐
tie in en uit te schakelen: Snel opwarmen.
Omhoog of omlaag gaan in het menu.
Een selectie of instelling bevestigen.
De ovenverlichting in- en uitschakelen.
De klokfuncties instellen.
De Kookwekker instellen.
A. Ovenfunctie-pictogram
B. Temperatuur-/tijd
C. Klok/Restwarmte/Kookwekker
D. Restwarmteweergave (alleen bepaalde
modellen)
E. Pictogrammen voor de klokfuncties
9
10