3 Parameterbeschrijving
4-50 Waarschuwing stroom laag
Range:
0.00 A*
[Application dependant]
4-51 Waarschuwing stroom hoog
3
Range:
Application
[Application dependant]
dependent*
4-52 Waarschuwing snelheid laag
Range:
0 RPM*
[Application dependant]
4-53 Waarschuwing snelheid hoog
Range:
Application
[Application dependant]
dependent*
4-54 Waarsch: referentie laag
Range:
-999999.99
[Application dependant]
9*
4-55 Waarsch: referentie hoog
Range:
999999.999
[Application dependant]
*
4-56 Waarsch: terugk. laag
Range:
-999999.99
[Application dependant]
9 Referen-
ceFeedbac-
kUnit*
4-57 Waarsch: terugk. hoog
Range:
999999.999
[Application dependant]
Reference-
FeedbackU-
nit*
88
Functie:
Stel de waarde voor I
in. Wanneer de motorstroom lager wordt dan deze begrenzing verschijnt
LOW
op het display de melding
Stroom laag
het genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via relaisuitgang 01 of 02
(alleen FC 302). Zie de afbeelding in deze sectie.
Functie:
Functie:
Stel de waarde voor n
in. Wanneer de motorstroom deze begrenzing overschrijdt, verschijnt op
LOW
het display de melding
Snelheid laag
het genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via relaisuitgang 01 of 02
(alleen FC 302).
Functie:
Functie:
Stel de lage referentiebegrenzing in. Als de huidige referentie lager wordt dan deze begrenzing geeft
het display 'Ref laag' aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het genereren
van een statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC
302).
Functie:
Stel de hoge referentiebegrenzing in. Als de huidige referentie hoger wordt dan deze begrenzing
geeft het display 'Ref hoog' aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via relaisuitgang 01 of 02
(alleen FC 302).
Functie:
Stel de lage terugkoppelbegrenzing in. Als de terugkoppeling lager wordt dan deze begrenzing geeft
het display 'Terugk. laag' aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het ge-
nereren van een statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via relaisuitgang 01 of 02 (alleen
FC 302).
Functie:
Stel de hoge terugkoppelingsbegrenzing in. Als de terugkoppeling hoger wordt dan deze begrenzing
geeft het display 'Terugk. hoog' aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor
het genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via relaisuitgang 01 of 02
(alleen FC 302).
®
MG.33.M8.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor
. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor