3 Parameterbeschrijving
[134]
Kopp. % lim 4-20 mA
[135]
Kopp. % nom 4-20mA
[136]
Vermogen 4-20 mA
[137]
Snelh. 4-20 mA
3
[138]
Koppel 4-20 mA
[139]
Busbest. 0-20 mA
[140]
Busbest. 4-20 mA
[141]
Busbest. 0-20mA t-o
[142]
Busbest. 4-20mA t-o
[149]
Koppel % bgr 4-20mA
[150]
Max uitg.fr 4-20mA
6-61 Klem X30/8 min. schaling
Range:
0.00 %*
[0.00 - 200.00 %]
6-62 Klem X30/8 max. schaling
Range:
100.00 %*
[0.00 - 200.00 %]
20
mA
/
gewenste maximale stroom x
6-63 Klem X30/8 busbesturing
Range:
0.00 %*
[0.00 - 100.00 %]
122
I VLT
x
100
Max
x
38.4
=
I Motor
22
Nom
De koppelinstelling is gerelateerd aan de instelling in Par. 4-16
De koppelinstelling is gerelateerd aan de instelling voor het motorkoppel.
Afkomstig van Par. 1-20
Motorverm. [kW]
Afkomstig van Par. 3-03
Max. referentie
Koppelreferentie voor een koppel van 160%.
Een uitgangswaarde die wordt ingesteld op basis van de procesdata van de veldbus. De uitgang
werkt onafhankelijk van interne functies in de frequentieomvormer.
Een uitgangswaarde die wordt ingesteld op basis van de procesdata van de veldbus. De uitgang
werkt onafhankelijk van interne functies in de frequentieomvormer.
Waarsch: referentie laag
Par. 4-54
bustime-out.
Par. 4-54
Waarsch: referentie laag
bustime-out.
Koppel % bgr 4-20mA: Koppelreferentie. Par. 3-00
= 20 mA
Referentiebereik
Par. 3-00
[-Max-Max] -100% = 4 mA; 0% = 12 mA; +100% = 20 mA
Gerelateerd aan Par. 4-19
Max. uitgangsfreq.
Functie:
Schaalt de minimale uitgang van het geselecteerde analoge signaal op klem X30/8. Schaal de mi-
nimumwaarde als percentage van de maximale signaalwaarde, d.w.z. als 0 mA (of 0 Hz) gewenst
is bij 25% van de maximale uitgangswaarde, moet 25% worden geprogrammeerd. Als deze waarde
lager is dan 100% kan hij nooit hoger zijn dan de bijbehorende instelling in Par. 6-62
max. schaling
.
Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.
Functie:
Schaalt de maximale uitgang van het geselecteerde analoge signaal op klem X30/8. Schaal de
waarde op basis van de gewenste maximumwaarde van de stroomsignaaluitgang. De uitgang kan
worden geschaald om een stroom van minder dan 20 mA te geven na volledige schaling of 20 mA
bij een uitgang met een maximale signaalwaarde van minder dan 100%. Als 20 mA de gewenste
uitgangsstroom is bij een waarde tussen 0 en 100% van de uitgang met volledige schaling, moet
de procentuele waarde in de parameter worden geprogrammeerd, d.w.z. 50% = 20 mA. Als een
stroom tussen 4 en 20 mA is gewenst bij een maximale uitgang (100%) kunt u de procentuele
waarde als volgt berekenen:
100 %
i
.
Functie:
Houdt het niveau van uitgang X30/8 vast in als de uitgang wordt bestuurd door een bus.
®
MG.33.M8.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
100
= 175 %
Koppelbegrenzing motormodus
. 20 mA = instelling in Par. 3-03
definieert het gedrag van de analoge uitgang in geval van een
definieert het gedrag van de analoge uitgang in geval van een
Referentiebereik
.
20 − 4
e
. 10
mA
:
x
100 = 160 %
10
.
Max. referentie
.
[Min-Max] 0% = 4 mA; 100%
Klem X30/8