FC 300 Programmeerhandleiding
2 Programmeren
2.1.16 Geïndexeerde parameters uitlezen en programmeren
Parameters worden geïndexeerd wanneer ze in een roterende stapel worden geplaatst.
Par. 15-30
Foutlog: foutcode
tot Par. 15-32
Alarmlog: tijd
bevatten een foutlog die kan worden uitgelezen. Kies een parameter, druk op [OK] en gebruik
2
▲
▼
de navigatietoetsen [
] [
] om door de geïndexeerde waarden te schuiven.
Ingestelde ref.
Gebruik Par. 3-10
als een ander voorbeeld:
▲
▼
Kies de parameter, druk op [OK] en gebruik de navigatietoetsen [
] [
] om door de geïndexeerde waarden te schuiven. Wijzig de waarde van de
▲
▼
parameter door de geïndexeerde waarde te selecteren en op de toets [OK] te drukken. Wijzig de waarde met behulp van de navigatietoetsen [
] [
].
Druk op [OK] om de nieuwe instelling op te slaan. Druk op [Cancel] om te annuleren. Druk op [Back] om de parameter te verlaten.
25
®
MG.33.M8.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss