3 Parameterbeschrijving
3
NB!
Als de temperatuur van de motor via een thermistor of een KTY-sensor wordt gebruikt, wordt in geval van kortsluitingen tussen
motorwikkelingen en sensor niet voldaan aan PELV. Om aan PELV te voldoen moet de sensor extra zijn geïsoleerd.
1-95 KTY-sensortype
Option:
[0] *
KTY-sensor 1
[1]
KTY-sensor 2
[2]
KTY-sensor 3
1-96 KTY-thermistorbron
Option:
[0] *
Geen
[2]
Anal. ingang 54
1-97 KTY-drempelwaarde
Range:
80 C*
[-40 - 140 C]
62
Functie:
Selecteer het gebruikte type KTY-sensor. Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302.
1 kΩ bij 100 °C
1 kΩ bij 25 °C
2 kΩ bij 25 °C
Functie:
Analoge ingang 54 kan worden gebruikt als KTY-sensoringang. Klem 54 kan niet worden geselec-
teerd als KTY-bron als deze al als referentie wordt gebruikt (Par. 3-15
Referentiebron 3
Par. 3-17
).
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302.
NB!
Aansluiting van KTY-sensor tussen klem 54 en 55 (GND). Zie afbeelding in de
Aansluiting KTY-sensor
sectie
Functie:
Stel de KTY-sensordrempelwaarde voor thermische motorbeveiliging in.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302.
®
MG.33.M8.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
Referentiebron 1
.
tot