3 Parameterbeschrijving
NB!
Om een waarschuwing die verband houdt met
opnieuw worden aangesloten. De fout moet eerst worden opgeheven. Bij
oneren, zelfs als er een fout is gevonden.
Deze parameter is alleen actief bij frequentieomvormers met een ingebouwde dynamische rem.
2-16 AC-rem max stroom
3
Range:
100.0 %*
[Application dependant]
2-17 Overspanningsreg.
Option:
[0] *
Uitgesch.
[1]
Ingesch. (geen stop)
[2]
Ingesch.
NB!
OVC mag niet worden ingeschakeld voor hijstoepassingen.
2-18 Voorwaarde remtest
Range:
[0] *
Bij inschakelen
[1]
Na vrijloopsituaties
2-19 Over-voltage Gain
Range:
100 %*
[0 - 200 %]
3.4.4 2-2* Mechanische rem
Parameters voor de instellingen voor de besturing van een elektromagnetische (mechanische) rem, met name vereist voor hijstoepassingen.
Om een mechanische rem te besturen, is een relaisuitgang (relais 01 of relais 02) of een geprogrammeerde digitale uitgang (klem 27 of 29) nodig. Deze
uitgang moet op momenten dat de frequentieomvormer niet in staat is de motor te 'houden', bijvoorbeeld vanwege een te hoge belasting, gewoonlijk
Mechanische rembesturing
gesloten zijn. Selecteer
toepassingen met een elektromagnetische rem. Als
totdat de uitgangsstroom hoger is dan het geselecteerde niveau in Par. 2-20
geactiveerd wanneer de snelheid lager wordt het ingestelde niveau in Par. 2-21
toestand of een overstroom- of overspanningstoestand terechtkomt, wordt de mechanische rem onmiddellijk ingeschakeld. Dit is ook het geval tijdens
een veilige stop.
NB!
Functies voor beveiliging en uitschakelvertraging (Par. 14-25
verterfout
hijstoepassingen.
66
Functie:
Functie:
De overspanningsregeling (OVC – Over Voltage Control) beperkt de kans op een uitschakeling (trip)
van de frequentieomvormer als gevolg van een overspanning op de DC-tussenkring die wordt ver-
oorzaakt door genererend vermogen van de belasting.
Geen OVC vereist.
Hiermee wordt OVC geactiveerd behalve wanneer een stopsignaal gebruikt wordt om de frequen-
tieomvormer te stoppen.
Schakelt OVC in.
Functie:
De remtest wordt uitgevoerd bij het inschakelen.
De remtest wordt uitgevoerd na een vrijloopsituatie.
Functie:
Selecteer de overspanningsversterking.
[32] in Par. 5-40
Mech. rembest.
) kunnen de activering van de mechanische rem in een alarmsituatie vertragen. Deze functies moeten zijn uitgeschakeld voor
MG.33.M8.10 - VLT
Uit
Waarsch
[0] of
. [1] op te heffen, moet de netvoeding worden afgeschakeld en
Uit
Waarsch
[0] of
Functierelais
Klem 27 dig. uitgang
, Par. 5-30
[32] geselecteerd is, dan wordt de mechanische rem gesloten tijdens het starten
Stroom bij vrijgave rem
. Tijdens het stoppen wordt de mechanische rem
Snelheid remactivering [TPM]
Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
. [1] blijft de frequentieomvormer functi-
Klem 29 dig. uitgang
of Par. 5-31
. Als de frequentieomvormer in een alarm-
en Par. 14-26
Uitschakelvertraging bij in-
voor