FC 300 Programmeerhandleiding
3.3 Parameters: Belasting & motor
3.3.1 1-0* Alg. instellingen
Bepaal of de frequentieomvormer op basis van snelheidsregeling of koppelregeling moet werken; en of de interne PID-regelaar actief moet zijn.
1-00 Configuratiemodus
Option:
[0] *
Snelh. zndr terugk.
[1]
Snelh. met terugk.
[2]
Koppel
[3]
Proces
[4]
Koppel zndr terugk.
[5]
Wobbel
[6]
Wikkelmachine
[7]
Uitgebr PID snh gn tk
[8]
Uitgebr PID snelh + tk
1-01 Motorbesturingsprincipe
Option:
[0] *
U/f
[1]
VVC+
[2]
Flux sensorvrij
[3]
Flux met enc.terugk.
De beste asprestatie wordt gewoonlijk verkregen in de twee Flux-vectorbesturingsmodi
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
Functie:
Stel het toepassingsbesturingsprincipe in dat moet worden gebruikt wanneer een externe referentie
(d.w.z. via een analoge ingang of een veldbus) actief is. Een externe referentie kan alleen actief zijn
Referentieplaats
wanneer Par. 3-13
Voor het instellen van de snelheidsregeling (zonder terugkoppelsignaal van de motor) met auto-
matische slipcompensatie om te zorgen voor een bijna constante snelheid bij wisselende belastin-
gen.
De compensaties zijn actief, maar kunnen worden uitgeschakeld via parametergroep 1-0* Belasting/
motor.
Schakelt encoderterugkoppeling vanaf de motor in. Zorg voor een volledig houdkoppel bij 0 tpm.
Geef voor een verhoogde snelheidsnauwkeurigheid een terugkoppelsignaal en stel de snelheids-
PID-regeling in.
Sluit het terugkoppelsignaal voor de encodersnelheid aan op de encoderingang. Is alleen mogelijk
Motorbesturingsprincipe
als Par. 1-01
Maakt het mogelijk om procesregeling toe te passen in de frequentieomvormer. De parameters voor
de procesregeling staan in par. groep 7-2* en 7-3*.
Maakt het gebruik van een koppelregeling in VVC
gelijk. De koppel-PID-parameters worden ingesteld in parametergroep 7-1*.
Schakelt de wobbelfunctionaliteit in Par. 30-00
schaald
in.
Schakelt de speciale wikkelregelingsparameters in parametergroep 7-2* en 7-3* in.
Specifieke parameters in parametergroep 7-2* tot 7-5*.
Specifieke parameters in parametergroep 7-2* tot 7-5*.
Functie:
Selecteer het motorbesturingsprincipe dat moet worden gebruikt.
Speciale motormodus voor parallel aangesloten motoren in speciale motortoepassingen. Wanneer
U/f is geselecteerd, kunnen de kenmerken van het besturingsprincipe worden gewijzigd via
U/f-karakteristiek - U
Par. 1-55
Voltage Vector Control-principe dat geschikt is voor de meeste toepassingen. Het belangrijkste
voordeel van een besturing via VVC
Flux-vectorbesturing zonder encoderterugkoppeling, voor een eenvoudige installatie en bestendig-
heid tegen plotselinge wijzigingen in de belasting. Alleen FC 302.
Zeer hoge nauwkeurigheid ten aanzien van snelheid en koppelregeling, geschikt voor de meest
veeleisende toepassingen. Alleen FC 302.
®
MG.33.M8.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
is ingesteld op [0] of [1].
Flux met enc.terugk.
is ingesteld op
+
-modus (Par. 1-01
Wobbelmodus
tot Par. 30-19
U/f-karakteristiek - F
en Par. 1-56
.
plus
is dat het gebruikmaakt van een robuust motormodel.
Flux sensorvrij
Flux met enc.terugk.
[2] en
3 Parameterbeschrijving
Alleen FC 302.
Motorbesturingsprincipe
) mo-
Wobbel deltafreq. ge-
[3].
45
3