3 Parameterbeschrijving
[64]
Comparator 4
[65]
Comparator 5
[70]
Log. regel 0
[71]
Log. regel 1
3
[72]
Log. regel 2
[73]
Log. regel 3
[74]
Log. regel 4
[75]
Log. regel 5
[80]
SL dig. uitgang A
[81]
SL dig. uitgang B
[82]
SL dig. uitgang C
[83]
SL dig. uitgang D
[84]
SL dig. uitgang E
[85]
SL dig. uitgang F
[120]
Lokale ref. actief
[121]
Externe ref. actief
[122]
Geen alarm
[123]
Startcomm actief
106
Zie parametergroep 13-1* (Smart Logic Control). De uitgang zal hoog worden als Comparator 4 in
de SLC TRUE is. In andere gevallen zal hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-1* (Smart Logic Control). De uitgang zal hoog worden als Comparator 5 in
de SLC TRUE is. In andere gevallen zal hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4* (Smart Logic Control). De uitgang zal hoog worden als Log. regel 0 in de
SLC TRUE is. In andere gevallen zal hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4* (Smart Logic Control). De uitgang zal hoog worden als Log. regel 1 in de
SLC TRUE is. In andere gevallen zal hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4* (Smart Logic Control). De uitgang zal hoog worden als Log. regel 2 in de
SLC TRUE is. In andere gevallen zal hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4* (Smart Logic Control). De uitgang zal hoog worden als Log. regel 3 in de
SLC TRUE is. In andere gevallen zal hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4* (Smart Logic Control). De uitgang zal hoog worden als Log. regel 4 in de
SLC TRUE is. In andere gevallen zal hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4* (Smart Logic Control). De uitgang zal hoog worden als Log. regel 5 in de
SLC TRUE is. In andere gevallen zal hij laag zijn.
Zie par. 13-52
SL-controlleractie
. Uitgang A is laag in geval van SL-controlleractie [32]. Uitgang A
is hoog in geval van SL-controlleractie [38].
SL-controlleractie
Zie par. 13-52
. Uitgang B is laag in geval van SL-controlleractie [33]. Uitgang B
is hoog in geval van SL-controlleractie [39].
Zie par. 13-52
SL-controlleractie
. Uitgang C is laag in geval van SL-controlleractie [34]. Uitgang C
is hoog in geval van SL-controlleractie [40].
SL-controlleractie
Zie par. 13-52
. Uitgang D is laag in geval van SL-controlleractie [35]. Uitgang D
is hoog in geval van SL-controlleractie [41].
Zie par. 13-52
SL-controlleractie
. Uitgang E is laag in geval van SL-controlleractie [36]. Uitgang E
is hoog in geval van SL-controlleractie [42].
SL-controlleractie
Zie par. 13-52
. Uitgang F is laag in geval van SL-controlleractie [37]. Uitgang F is
hoog in geval van SL-controlleractie [43].
De uitgang is hoog als par. 3-13 Referentieplaats is ingesteld op Lokaal [2] of als par. 3-13 Refe-
rentieplaats is ingesteld op Gekoppeld Hand/Auto [0] terwijl het LCP op dat moment in de hand-
modus staat.
De referentieplaats die is ingesteld in par.
3-13.
Referentieplaats: Lokaal par. 3-13 [2]
Referentieplaats: Extern par. 3-13 [1]
Referentieplaats: Gekoppeld Hand/Auto
Hand
Hand -> off
Auto -> off
Auto
Referentieplaats
De uitgang is hoog als par. 3-13
[0] terwijl het LCP in de automodus staat. Zie hierboven.
De uitgang is hoog als er geen alarm aanwezig is.
De uitgang is hoog als het startcommando hoog is (bijv. via digitale ingang, busaansluiting, [Hand
on] of [Auto on]) en het laatste commando een stopcommando was.
®
MG.33.M8.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
Lokale ref.
Externe ref.
actief [120]
actief [121]
1
0
0
1
1
0
1
0
0
0
0
1
Extern
Gekoppeld Hand/Auto
is ingesteld op
[1] of