Inhoudsopgave
Advertenties
Pos : 348 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Gummiel emente ED [B1050_B2050]z @ 55\m od_1604334832247_2130.doc x @ 2685855 @ 3 @ 1
5.2.6 Visuele controle van de rubberen elementen van de elastische koppelsteun
(optie: ED)
Pos : 349 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Gummiel emente [B1000, B2000, B1050_B2050]z @ 55\m od_1604335240091_2130.docx @ 2685893 @ @ 1
Als er beschadigingen zoals scheuren aan het oppervlak zichtbaar zijn, moeten de rubberen
elementen worden vervangen. Neem in dat geval contact op met de NORD-service.
Pos : 350 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Leitung en/Leitung en_01 [B1050, B2050]z @ 55\mod_1604336735154_2130.docx @ 2685931 @ 3 @ 1
5.2.7 Visuele inspectie van leidingen
Pos : 351 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Leitung en/Leitung en_02- Verrohrung [B1050, B2050] @ 31\m od_1553070281034_2130.docx @ 2514734 @ 4 @ 1
5.2.7.1
Leidingenwerk (optie: LC, LCX, OT)
Leidingen van circulatiesmeringen of ontluchtingsleidingen dienen bij vol oliepeil in combinatie met
oliepeilreservoir op lekkages te worden gecontroleerd.
Bij lekkages dienen de betreffende leidingen te worden vervangen. Neem in dat geval contact op met
de NORD-service.
Pos : 355 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Leitung en/Leitung en_03- Schl auchl eitungen_01 [B1050, B2050]z @ 55\mod_1604418620152_2130.docx @ 2686367 @ 4 @ 1
5.2.7.2
Slangleidingen (optie: LC, LCX, CS1-X, CS2-X, OT)
Slangleidingen worden als zuig- en drukleidingen bij omloopsmeringen en koelaggregaten ingezet.
Met slangleidingen kan ook een oliepeilreservoir op de reductor worden aangesloten.
Slangleidingen zijn onderhevig aan een natuurlijk verouderingsproces door invloeden van buitenaf,
bijv. door UV-straling.
Pos : 357 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Leitung en/Leitung en_05- Schl auchl eitungen_03 [B1050, B2050]z @ 56\mod_1604427094604_2130.docx @ 2686481 @ @ 1
Controleer slangleidingen en schroefverbindingen op lekkages, sneden, scheuren, poreuze plekken
en schuurplekken. Als de slangen beschadigd zijn, moeten ze worden vervangen. Neem hiervoor
contact op met de serviceafdeling van NORD.
Pos : 359 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Ölfilter/Ölfilter _01 [B1050, B2050] @ 29\mod_1551780537593_2130.docx @ 2496921 @ 3 @ 1
5.2.8 Oliefilter (optie: CS1-X, CS2-X, LC/LCX)
Pos : 360 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Ölfilter/Ölfilter _03 [B1050, B2050] @ 31\mod_1553070770807_2130.docx @ 2514888 @ @ 1
De oliefilters beschikken standaard over een optische vervuildingsindicatie. In principe adviseren wij
om het filterelement ten laatste na een bedrijfstijd van een jaar te vervangen.
Reageert de vervuilingsindicatie, dan is het noodzakelijk het filterelement per omgaande te vervangen.
Voor verdere informatie moet eveneens de documentatie van de betreffende fabrikant worden
geraadpleegd.
Pos : 365 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Staub [B1050, B2050] @ 36\m od_1560848719929_2130.docx @ 2543303 @ 3 @ 1
5.2.9 Stof verwijderen
Stoflagen op het reductorhuis en op de ventilatorvinnen verminderen het koelvermogen en leiden tot
oververhitting. Verwijder afgezette stoflagen. Als de reductorbehuizing geribd is, moet er in het
bijzonder op worden gelet dat de ruimte tussen de ribben regelmatig wordt gereinigd, zodat er geen
stof- of vuilafzettingen ontstaan.
Pos : 374 /Allgem ein/Allgem eingültig e Module/---------Seitenumbr uc h k ompakt --------- @ 13\m od_1476369695906_0.doc x @ 2265504 @ @ 1
B 1050 nl-3921
5 Inspectie en onderhoud
83
Advertenties
Inhoudsopgave
