Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Extern Koelsysteem (Optie: Cs1-X, Cs2-X); Olie-/Waterkoelers (Optie: Cs1-X) - Nord Drivesystems B 1050 Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Pos : 276 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Ex ter ne Kühlanlage_(Inbetri ebnahm e)_01 [B1050, B2050] @ 54\mod_1603732010666_2130.docx @ 2683581 @ 2 @ 1

4.8 Extern koelsysteem (optie: CS1-X, CS2-X)

Pos : 277 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Ex ter ne Kühlanlage_(Inbetri ebnahm e)_02 [B1050] @ 54\m od_1603732023987_2130.docx @ 2683619 @ @ 1
OPGELET
Oververhitting van de reductor
Start de aandrijving pas nadat de koelunit aangesloten en in bedrijf gesteld is.
De standaardlak en de standaardcoating zijn alleen geschikt voor bereik C1/C2 volgens DIN EN
ISO 12944.
OPGELET
Schade door te hoge leidingdruk
Stel tijdens een koude start veilig dat de maximaal toelaatbare viscositeit van het smeermiddel niet
wordt overschreden om te hoge drukwaarden in de pomp en in het smeerleidingsysteem te
vermijden.
Pos : 279 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Ex ter ne Kühlanlage_(Inbetri ebnahm e)_03 [B1050, B2050] @ 54\mod_1603732032989_2130.docx @ 2683657 @ @ 1
De hoofdcomponenten van het externe koelsysteem zijn de motorpomp, filter en warmtewisselaar.
Meestal is het koelsysteem van een drukschakelaar voorzien om de werking van de pomp en
daarmee de koeling te bewaken.
Tenzij anders aangegeven door de fabrikant, geldt voor het externe koelsysteem het volgende:
Aan de aanzuigzijde mag de waarde van –0,4 bar niet worden onderschreden.
De viscositeit mag niet hoger zijn dan 1000 tot 1500 cSt bij 1500 tpm.
Informatie over het koelsysteem en besturingsinformatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van het
koelsysteem. De informatie van de fabrikant van het koelsysteem is leidend.
Pos : 280 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Ex ter ne Kühlanlage_(Inbetri ebnahm e)_04 [B1050] @ 54\m od_1603732043217_2130.docx @ 2683695 @ @ 1
Informatie
De temperatuur kan via een optionele weerstandsthermometer (PT100) worden geregeld die in het
carter van de reductor is aangebracht.
Het wordt aanbevolen om de koeleenheid alleen in te schakelen boven een olietemperatuur van
60 °C en uit te schakelen bij een olietemperatuur van minder dan 45 °C.
Pos : 282 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Ex ter ne Kühlanlage_(Inbetri ebnahm e)_05 [B1050, B2050] @ 54\mod_1603731982887_2130.docx @ 2683543 @ 3 @ 1

4.8.1 Olie-/waterkoelers (optie: CS1-X)

Bij olie-/waterkoelers moeten de koelwatertemperatuur en het debiet door de gebruiker gecontroleerd
en gewaarborgd worden. De maximaal toegelaten koelwaterinlaattemperatuur wordt tijdens de
projectontwerpfase gedefinieerd en kan in de opdrachtgegevens worden gevonden. De maximaal
toelaatbare omgevingstemperatuur is 40 °C. Als er hogere omgevingstemperaturen kunnen optreden,
moet vóór de inbedrijfstelling een controle/analyse door Getriebebau NORD worden uitgevoerd.
Het toegestane temperatuurbereik van het smeermiddel is 10 °C tot 80 °C.
Bij vorstgevaar moet er tijdig een geschikt antivriesmiddel aan het koelwater worden toegevoegd.
De toelaatbare verontreiniging voor olie/waterkoelers is een hoeveelheid zwevende deeltjes van
minder dan 10 mg/l en een deeltjesgrootte van minder dan 0,6 mm (bolvormig). Draadvormige vaste
staffen leiden tot een te sterke stijging van de drukverliezen.
Pos : 283 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Ex ter ne Kühlanlage_(Inbetri ebnahm e)_06 [B1050] @ 54\m od_1603733625548_2130.docx @ 2683733 @ 3 @ 1
B 1050 nl-3921
4 Inbedrijfstelling
67

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave