Inhoudsopgave
Advertenties
Industriële reductors – Handboek met montagehandleiding
In geval van afdekkappen of IEC-cilinders zijn aan de reductor smeerleidingen gemonteerd om een
eenvoudige nasmering te waarborgen. Raadpleeg in dit geval het ordergerelateerde maatblad voor de
smeerposities.
Informatie
Voor een veilige werking vereisen labyrintafdichtingen een stationaire, horizontale inbouwpositie
zonder vuil water of hoge stofniveaus.
Overvulling van de reductor en/of een hoog schuimgehalte kan leiden tot lekkage.
Pos : 250 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Beheizte H ohlwell e @ 76\m od_1624440639216_2130.docx @ 2796707 @ 2 @ 1
4.4 Verwarmde uitgaande holle as
Het hete medium mag pas na de inbedrijfstelling van de reductor door de holle as stromen, wanneer
de wentellagers aan de uitgang hun bedrijfstemperatuur hebben bereikt. Anders kunnen de
wentellagers beschadigd raken.
Dit type exploitatie is een speciaal geval en moet door Getriebebau NORD in aanmerking worden
genomen bij de projectplanning voor de reductor. Laat Getriebebau NORD een nieuwe
evaluatie/controle uitvoeren als de procesparameters worden gewijzigd of als er achteraf een
conversie naar deze toepassing plaatsvindt.
Pos : 252 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Umlaufsc hmier ung _01_(Inbetriebnahme) [B1050, B2050] @ 31\mod_1552991043040_2130.docx @ 2513244 @ 2 @ 1
4.5 Omloopsmering (optie: LC, LCX)
Pos : 253 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Umlaufsc hmier ung _02_(Inbetriebnahme) [B1050] @ 55\mod_1604062157709_2130.docx @ 2685087 @ @ 1
LET OP
Reductorschade door oververhitting
•
De aandrijving mag pas in gebruik worden genomen, nadat de pomp en de drukbewaking van de
circulatiesmering aangesloten en in bedrijf genomen zijn.
•
De werking van de circulatiesmering moet tijdens het gebruik door een bewakingssysteem worden
gewaarborgd.
•
Bij uitval van de circulatiesmering moet de reductor meteen buiten werking worden gesteld.
LET OP
Schade door te hoge leidingdruk
•
Stel tijdens een koude start veilig dat de maximaal toelaatbare viscositeit van het smeermiddel niet
wordt overschreden om te hoge drukwaarden in de pomp en in het smeerleidingsysteem te
vermijden.
Pos : 255 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Umlaufsc hmier ung _03_(Inbetriebnahme) [B1050, B2050] @ 53\mod_1602592792818_2130.docx @ 2677645 @ @ 1
De viscositeit van de transmissieolie mag bij het opstarten niet hoger zijn dan 1800 cSt. Dit komt bij
ISO-VG220 en minerale olie overeen met een temperatuur van minimaal 10 °C en bij synthetische olie
met een temperatuur van minimaal 0 °C.
Reductoren met een circulatiesmering zijn gewoonlijk uitgerust met een drukbewaking voor de
bewaking van de pompfunctie. Sluit de drukbewaking zo aan dat gebruik van de reductor alleen
mogelijk is, wanneer de oliepomp druk opbouwt. Als de vooringestelde druk wordt onderschreden,
wordt het afgegeven elektrische signaal door de drukbewaking onderbroken.
De drukbewaking kan pas na de inbedrijfstelling van de pomp worden geanalyseerd, omdat eerst druk
moet worden opgebouwd. •
toelaatbaar. •
In de regel is de drukbewaking op 0,5 bar ingesteld.
Pos : 257 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Getriebekühl ung über Lüfter_01_(Inbetri ebnahm e) [B1050, B2050]z @ 59\m od_1606771400562_2130.docx @ 2701896 @ 2 @ 1
64
Tijdens de ingebruikname is gedurende korte tijd een te lage druk
B 1050 nl-3921
Advertenties
Inhoudsopgave
