Industriële reductors – Handboek met montagehandleiding
Pos : 264 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Kühls chl ang e/Interne Kühl anl age_01_(Inbetriebnahme) [B1000 ... B2050] @ 76\mod_1624459274579_2130.docx @ 2796793 @ 2 @ 1
4.7 Koelslang (optie: CC)
Pos : 266 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Interne Kühlanlag e_02_(Inbetri ebnahm e) [B1000, B1050] @ 36\m od_1560494617939_2130.docx @ 2542022 @ @ 1
LET OP
Reductorschade door oververhitting
•
De aandrijving mag pas in gebruik worden genomen, nadat de koelslang op het
koelvloeistofsysteem is aangesloten en het koelvloeistofsysteem in gebruik is gesteld.
Pos : 267 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Interne Kühlanlag e_02a_(Inbetriebnahme) [B1000, B1050]z @ 54\mod_1603467886065_2130.docx @ 2683121 @ @ 1
Bij vorstgevaar moet er tijdig een geschikt antivriesmiddel aan het koelwater worden toegevoegd.
Pos : 268 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Interne Kühlanlag e_03_(Inbetri ebnahm e) [B1000- B2050] @ 56\m od_1604924743805_2130.docx @ 2688587 @ @ 1
Het koelmiddel moet een thermisch vermogen hebben dat vergelijkbaar is met dat van water.
•
Specifieke warmtecapaciteit van water bij 20°C: c = 4,18 kJ/kgK
De aanbevolen koelvloeistof is schoon, luchtbellenvrij proceswater zonder bezinkende stoffen. De
waterhardheid moet tussen 1°dH en 15°dH liggen, de pH-waarde tussen pH 7,4 en pH 9,5. Aan het
koelwater mogen geen agressieve vloeistoffen worden toegevoegd!
Pos : 270 /Anleitungen/Getri ebe/3. M ontage, Lagerung, Vorbereitung, Aufs tell ung/Kühl anl agen/Interne Kühlanl age_03b_(Montage) [B1050, B2050]z @ 76\mod_1624473835566_2130.docx @ 2797318 @ @ 1
De koelmiddeldruk mag 8 bar niet overschrijden. Het verdient aanbeveling om aan de
koelmiddelinlaat een drukverlager te monteren, om schade door een te hoge druk te voorkomen.
De benodigde hoeveelheid koelmedium is afhankelijk van de grootte van de koelslang. Afhankelijk van
de behuizingsaansluiting gelden de volgende debieten:
•
Aansluitdoorsnede G3/8": 5 l/min
•
Aansluitdoorsnede G1/2": 10 l/min.
Pos : 271 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Interne Kühlanlag e_03a_(Inbetriebnahme) [B1050, B2050] @ 55\mod_1604050006873_2130.docx @ 2684912 @ @ 1
Overschrijd de koelmedium-inlaattemperatuur van 20 °C niet. Alleen in individuele gevallen kan de
inlaattemperatuur van het koelmedium volgens de opdrachtdocumentatie hoger liggen. Neem bij een
afwijkende inlaattemperatuur van het koelmedium de door Getriebebau NORD beschikbaar gestelde
speciale documentatie in acht of neem contact op met Getriebebau NORD.
Pos : 272 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Interne Kühlanlag e_03b_(Inbetriebnahme) [B1000, B1050]z @ 54\mod_1603468701680_2130.docx @ 2683158 @ @ 1
De temperatuur en het debiet van het koelwater moeten worden gecontroleerd en gewaarborgd. Als
de toegestane temperatuur wordt overschreden, moet de aandrijving worden stilgelegd.
Pos : 273 /Anleitungen/Getri ebe/4. Inbetriebnahme/Interne Kühlanlag e_04_(Inbetri ebnahm e) [B1050]z @ 54\mod_1603470229369_2130.docx @ 2683269 @ @ 1
Informatie
Met een warmtehoeveelheidsregelaar in de koelwatertoevoer kan de hoeveelheid koelwater aan de
daadwerkelijke behoeften worden aangepast.
Pos : 274 /Allgem ein/Allgem eingültig e Module/---------Seitenumbr uc h k ompakt --------- @ 13\m od_1476369695906_0.doc x @ 2265504 @ @ 1
66
B 1050 nl-3921