Inhoudsopgave
Advertenties
De
plus-diodenhouder
en de
condensator
aan-
brengen en
vasEetten. Vervolgens met behulp
van
een schroevedraaier
de
koolborstels
van
buitenaf
naar binnen drukken.
Daarmee
worden
tevens
de
borstelveren op
de koolborstels
gezet.
Na
montage
dient de dynamo met een
controle-
lamp
en de
bijbehorende regelaar
en
batterij
op
de testbank te
worden
beproefd.
BEPROEVEN
VAN DE DYNAMO OP DE TESTBANK
De
beproevingen
worden uitgevoerd met
aange-
sloten
regelaar
en
batterij.
Sluit
een ampèremeter aan
tussen
B+
en
de
batte-
rij, en
een voltmeter tussen
B+
of
D+
en
massa.
Het spanningsverschil
tussen
B+
en D+ mag
niet
meer
bedragen
dan
0,5
Volt. Bij een hoger
span-
ningsverschil
wijst dit op
een
defect van
een
veld-
diode of
een
hoofddiode.
Ter
voorbekrachtlglng
van het veld moet
tussen
B+
en
D+ een controlelamp
van
minstens
3
Watt
worden aangesloten.
De
spanning van
de
dynamo
moet afgeregeld
zijn
tussen 27,7
en
28,7
Volt
met
regefaar 0192.033.002
en
tussen
27,4
en
28,4
Yolt
met regelaar
01
92.033.004.
Voor de
vermogenstest
op de
dynamotestbank
moeten onderstaande
waarden worden aangehou-
den. De
afgegeven
stroom kan worden
ingesteld
met een
belastingsweerstand,
parallel
aan
de
batterij.
Stroom (A)
5
14
21
Toerenlal
(omdmln)
1200
2100
6000
10
Advertenties
Inhoudsopgave
