DAF
:HJ*"'"tructies
Laadcrrcult
5-72-l
De
stroom
loopt, zoals aangegeven
door
de
pijltjes,
van de positieve
wikkeling
u naar het
knooppunt
in
de diodebrug
en van daar via de
aftakking
naar de
velddiode, welke met
de D+
aansluiting
is
ver-
bonden.
D*
dynamo is verbonden met
D*
regelaar, welke
op zijn
beurt via het inwendige van
de
regelaar
in
verbinding staat met
de
DF aansluiting van
de
regelaar.
De
stroom
vervolgt
zijn
weg naar de
DF
aansluiting
van
de
dynamo om
daarna via de
veldwikkeling
D-
aansluiting,
de
min-diode
van de op
dit
moment
negatieve
wikkeling
w en via deze
wikkeling terug
in
de
sterschakeling
te vloeien.
De
stroomkring
is
gesloten, waardoor hetveld
wordt
bekrachtigd.
Voorbekrachllglng
van het veld
Bosch dynamo's zijn, zoals
reeds
vermeld,
uitgerust
met een
elektromagneet (veldwikkeling),
welke
wordt bekrachtigd door stroom
af te
takken
van
de
statorwikkelingen.
Om deze stroom
te
kunnen
aftakken,
zal er
echter
een
spanning moeten worden
geproduceerd
die
hoog genoeg
is
om
de
weerstand
in
het
veldcircuit te
overwinnen.
In dit
circuit ondervindt de stroom
minstens
de
weerstand van twee dioden.
Om stroom
te
laten vloeien
in
de doorlaatrichting
van één
diode is
minimaal een
spanning nodig
van
0,6
Volt. Voor
twee
dioden
is
dus een
spanning
van 2
x
0,6
Volt
=
1,2
Volt
nodig.
Deze
spanning van
1,2
Volt zou
kunnen
worden
opgewekt
door een
permanente magneet.
Het
resterende magnetisme
in de
rotor
is
echter eerst bij
een hoog toerental voldoende
om deze span
ni
ng
op
te
wekken.
Het
is
daarom noodzakelijk
om
de
elektromagneet
tjdens de
beginfase
op
een andere
manier te bekrachtigen. Ter
verduidelijking
hiervan
diene
het schema
op
blz.
3.
Wanneer de hoofdschakelaar en
de
contactschake-
laar
,,aan" staan, brandt
de
laadcontrolelamp.
De
stroom door
deze lamp
vindt zijn weg
naar
de
massa
via
de
regelaar en de
veldwikkeling.
De
noodzakelijke voorbekrachtiging
van het
veld
geschiedt
hier
dus over
de
laadcontrolelamp.
Het
vermogen van deze
lamp
is dan
ook
bepalend voor
deze voorbekrachtiging
alsmede
voor de
nauw-
keurigheid van reageren.
Het
vermogen
van de
lamp
bij
24
Volt
installatie
bedraagt
3
watt.
De
constructieve
verwezenlijking van de roterende,
als
veldwikkeling dienstdoende,
elektromagneet
met zes
noord-
en zes
zuidpolen
is
weergegeven
in
fig.
18.
De
rotor
bestaat
uit
een
as
met daarop twee
poolklauwen, waarvan
de
zes
vingers
precies
tussen
elkaar vallen.
Tussen
deze poolklauwen bevindt
zich de
veld-
wikkefspoel, welke, zodra
deze
bekrachtigd
wordt,
van de ene
poolklauw
een noordpool en van
de
andere
een
zuidpool
maakt,
zodat
aan
de
omtrek
zes
noord-
en zes
zuidpolen
ontstaan.
De
uiteinden
van
de
veldwikkeling
zijn verbonden
met de
sleepringen
op de
rotoras.
De
sleepringen
hebben
contact
met
1.
verdioden
Flg'
17
2.
Plus-dioden
3.
Min-dioden
4.
Koolborstels
5.
Sleepringen
6.
Statorwikkelingen
7.
Veldwikkelingen
Fig.
17
toont
het
basisschemavan
een
wisselstroom-
dynamocontructie.
Flg.
18
13