Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DAF F 2200 1973 Instructie pagina 29

Wisselstroomdynamo en regelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

DAF
:"#i*"'^'tructiéé
Laadcrrcurt
5-72-l
5.
Sleepringen
6.
Statorwikkelingen
7.
Veldwikkelingen
VOORBEKRACHTIGING
VAN
HET
VELD
Wisselstroomdynamo's
zijn, zoals
reeds
vermeld,
uitgerust met een electromagneet (veldwikkeling),
welke
wordt bekrachtigd door stroom af
te takken
van aansluiting nr.
61.
Om
deze
stroom te
kunnen
aftakken,
zal
erechter
een
spanning
moeten
worden
geproduceerd
die
hoog genoeg
is
om
de
weerstand
in
het
veldcircuit
te overwinnen.
ln dit
circuit ondervindt de stroom
minstens
de
weerstand
van twee dioden. Om stroom
te
laten
vloeien
in
de
doorlaatrichting van één diode
is
minimaal
een
spanning nodigvan 0,6Volt.
Voortwee
dioden
is
dus een
spanning
van
2x0,6Volt:
1,2Volt
nodig.
De
spanning van 1,2
Volt zou
kunnen worden
opgewekt
door een
permanente magneet.
Het
resterende magnetische
in de
rotor
is
echtereerst bij
een hoog toerental voldoende
om
dezespanning
op
te
wekken.
Het
is
daarom noodzakelijk
om
de
electromagneet
tijdens
de beginfase op een andere
manier
te
bekrachtigen.
Hiervoor heeft
men
tussen
de plus van
de
accu
en
de
dynamo-aansluiting
6'l
een controlelamp
gemon-
teerd.
Wanneer de
hoofdschakelaar,,aan"
staat, brandt de
hoofdschakelaarcontrolelamp.
De
stroom
door
deze lamp vindt zijn weg naar
de
massa
via
de
regelaar en de veldwikkeling.
De noodzakelijke voorbekrachtiging van het
veld
geschiedt hier dus over de
H.S.
controlelamp.
Het
vermogen van deze
lamp
is dan
ook
bepalend
voor
deze voorbekrachtiging alsmede voor
de
nauw-
keurigheid
van
reageren.
Het
vermogen
van
de
lamp
bij
24
Volt installatie
bedraagt 3 Watt.
Zie
voor schematische
voorstelling fig.
30.
De
constructieve verwezenlijking
van
de
roterende
als
veldwikkeling dienstdoende,
elektromagneet
met zes
noord-
en zes
zuidpolen
is
weergegeven
in
fig.
31. De
rotor
bestaat uit een
as
met daarop twee
poolklauwen, waarvan
de
zes
vingers
precies
tussen
elkaar
vallen.
Tussen
deze poolklauwen bevindt zich de
veld-
wikkefingspoel, welke,
zodra deze
bekrachtigd
wordt,
van de ene
poolklauw
een
noordpool
en
van
de
andere een
zuidpool
maakt,
zodat
aan de
omtrek
zes
noord-
en zes
zuidpolen
ontstaan.
De
uiteinden
van
de
veldwikkeling
zijn
verbonden
met
de
sleepringen
op de rotoras.
De
sleepringen
hebben
contact
met
de
twee koolborstels, waarvan
de
een
is
verbonden
met de
DF
aansluiting
en
de andere met
de
massa
enlof
D-.
Zie fig.
31.
Fig.
32
toont
het
basisschema
van een
wisselstroom-
dynamoconstructie.
1.
2.
a
4.
Grendeldiode
Plus-dioden
Min-dioden
Koolborstels
l
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave