5
Elektrische installatie
Installatievoorschriften
5.2.11
Besturing via RS485-interface
5.2.12
Beveiligingsinrichtingen
5.2.13
UL-genormeerde installatie
Veldbekabeling vermogensklemmen
Bestendigheid tegen kortsluitstroom
38
Technische handleiding – MOVIMOT
De besturing van de MOVIMOT
een van de volgende besturingsapparaten:
•
MOVIFIT
®
-MC
•
veldbusinterfaces MF.. of MQ..
•
busmaster plc
•
optie MLG..A
•
optie MBG11A
•
optie MWA21A
•
optie MWF11A
AANWIJZING
•
Sluit slechts één busmaster op de MOVIMOT
•
Gebruik als stuurstroomleidingen paarsgewijs getwiste en afgeschermde kabels.
•
Leg de stuurstroomleidingen gescheiden van de netvoedingskabels.
MOVIMOT
®
-aandrijvingen hebben geïntegreerde beveiligingsinrichtingen tegen over-
belasting. Externe inrichtingen tegen overbelasting zijn niet noodzakelijk.
AANWIJZING
De Engelse tekst in dit hoofdstuk vindt u in het hoofdstuk "Appendix".
Let op de volgende aanwijzingen voor de UL-conforme installatie:
•
Alleen koperen leidingen voor een temperatuurbereik van 60°/75 °C gebruiken.
•
Het toegestane aanhaalmoment van de klemmen is 1,5 Nm (13.3 lb.in).
Geschikt voor gebruik in stroomcircuits met een maximale kortsluitwisselstroom van
AC 200.000 A
bij de volgende smeltveiligheid:
eff
Bij 240-V-systemen:
250 V min., 25 A max., smeltveiligheid
of 250 V min., 25 A max., vermogensschakelaar
Bij 500-V-systemen:
500 V min., 25 A max., smeltveiligheid
of 500 V min., 25 A max., vermogensschakelaar
De maximale spanning is begrensd tot 500 V.
®
MM..D
®
-aandrijving via de RS485-interface vindt plaats via
®
-aandrijving aan.