6.7.16
Gebruik van de relaisuitgang bij extra functies 7, 9, 12 en 13
Gevaar voor beknelling door onbedoeld aanlopen van de aandrijving.
Dood of zwaar letsel.
•
•
•
De volgende afbeelding toont het gebruik van het relaiscontact K1 voor het aansturen
van de mechanische rem via de remgelijkrichter BGM.
[1] Remaansturing BGM gemonteerd in de klemmenkast
[2] Externe remweerstand BW (toewijzing zie hoofdstuk "Technische gegevens")
[3] DC 24V-voeding
[4] Rechts/stop
[5] Links/stop draairichtingsvrijgave in acht nemen, zie hoofdstuk "Aansluiting
[6] Setpointomschakeling f1/f2
[7] Remrelais
WAARSCHUWING
De remspoel moet overeenkomen met de netspanning (bijv. 400 V).
De aansluiting X1:14 mag niet worden gebruikt.
De extra functie 7, 9, 12 of 13 dient geactiveerd te zijn, anders is de rem voortdu-
rend gelicht. Let hier ook op bij het vervangen van de MOVIMOT
geen van de genoemde functies geactiveerd is, gedraagt relaiscontact K1 zich
als Gereedmelding-contact. Dit houdt in dat de rem bij gebruik van de optie BGM
ook zonder vrijgave gelicht wordt.
BGM
MOVIMOT
®
-aandrijving" (→ 2 41)
Te kiezen extra functies MM..D-503-00
L1
L2
L3
PE
F11/F12/F13
K11
M
BMG
3~
Technische handleiding – MOVIMOT
Inbedrijfstelling "Easy"
®
-regelaar. Als
®
MOVIMOT
+
=
-
9007201255929483
®
MM..D
6
101