Tabel 28.
Probleem – Korte bedrijfstijden ondanks warmtebehoefte
Oorzaak
KAMER en/of STOOKLIJN te hoog
ingesteld in combinatie met een ver-
warmingssysteem met slechte circu-
latie door bijv. gesloten radiatorklep-
pen, te kleine elementen of een te
klein watervolume. Een krap systeem
met beperkte leidingafmetingen kan
hetzelfde fenomeen opleveren.
Tabel 29.
Probleem – Aansluiting van externe BV
Oorzaak
De bijverwarming is onjuist aangeslo-
ten. Start niet bij een signaal van de
regelaar.
3.5.7
Warmtepomp
Tabel 30.
Probleem – Rare/harde geluiden
Oorzaak
1. Plaatsing van de warmtepomp.
2. Aansluiting/muurdoorvoer
Tabel 31.
Probleem – Ontdooiprobleem
Oorzaak
Plaatsing/kalibrering buitensensor.
Kalibrering van ontdooisensor
Lokaliseren van storing
Controleer of de warmtepomp lijkt te star-
ten en de aanvoertemperatuur snel toene-
emt terwijl er nauwelijks iets gebeurt met
de retourtemperatuur. Als dit gebeurt en
de warmtepomp wordt stopgezet door de
hysteresefunctie om vervolgens snel in
temperatuur te dalen (aanvoerleiding),
zodat hij weer wil starten maar dit niet mag
vanwege de tijdsvoorwaarden in de rege-
ling, wijst dit erop dat de warmtepomp niet
in staat is om de warmte naar behoren weg
te transporteren van de condensor. In een
dergelijk geval start en stopt de warmte-
pomp meestal met de hysterese.
Lokaliseren van storing
Controleer de aansluiting aan de hand van
handleiding/bedradingsschema. Test de
werking in de handmatige stand.
Lokaliseren van storing
Ga na of de warmtepomp kan worden
verplaatst naar een omgeving waar hij
minder storend is.
Controleer of de installatie is gemonteerd
volgens de installatiehandleiding.
Lokaliseren van storing
Controleer of de buitensensor is gemon-
teerd volgens de installatiehandleiding en
of deze correct gekalibreerd is.
Controleer of de ontdooisensor is gemon-
teerd volgens de installatiehandleiding en
of deze correct gekalibreerd is.
Actie
Stel indien nodig KAMER en STOOKLIJN
af. Zorg dat er voldoende flow is over de
condensor en het verwarmingscircuit.
Actie
Als de bijverwarming op een verkeerde
manier is aangesloten, verandert u de
aansluiting volgens de instructies.
Actie
Verplaats de warmtepomp als dat
mogelijk is.
Stijve verankeringen kunnen ervoor zor-
gen dat geluid vanuit de warmtepomp
zich via de muren kan voortplanten door
het huis.
Actie
Monteer volgens de instructies en kali-
breer indien nodig.
Kalibreren indien nodig.
Servicehandleiding VMGFJ110 – 35