Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss DHP-AQ Servicehandleiding pagina 28

Verberg thumbnails Zie ook voor DHP-AQ:
Inhoudsopgave

Advertenties

Oorzaak
7. Warmteproductie wordt stopgezet
door functie HYSTERESIS.
8. De bijverwarming kan niet met vol-
doende effect draaien.
Te lage waarde ingesteld voor MAX
STAP.
MAX STAP 1 = 3 kW
MAX STAP 2 = 6 kW
MAX STAP 3 = 9 kW
MAX STAP 4 = 12 kW
MAX STAP 5 = 15 kW
9. De externe bijverwarming start niet
als de regelaar van de warmtepomp
vraagt om bijverwarming.
10. Gesloten of gedeeltelijk gesloten
thermostaten/kleppen in het verwar-
mingssysteem.
11. Het totale vermogen van warmte-
pomp en bijverwarming is te laag in ver-
houding tot de vermogensbehoefte van
het gebouw.
26 – Servicehandleiding VMGFJ110
Lokaliseren van storing
Als de aanvoertemperatuur zo snel stijgt
dat de warmteproductie wordt onder-
broken door HYSTERESIS voordat INTE-
GRAAL bij 0 is, kan er een warmtetekort
ontstaan in het huis.
Controleer of de warmteproductie
wordt stopgezet omdat de hystere-
sewaarde te laag is ingesteld? (Zie
Installatiehandleiding voor fabrieks-
instelling.)
Controleer of de warmteproductie
wordt stopgezet omdat thermosta-
ten/kleppen in het verwarmingssys-
teem geheel of gedeeltelijk zijn
gesloten.
Controleer of de warmteproductie
wordt stopgezet omdat het verwar-
mingssysteem een te kleine capaci-
teit heeft.
Controleer de ingestelde waarde voor
MAX STAP in de regelaar van de warm-
tepomp.
Als er een externe bijverwarming wordt
gebruikt, controleert u of deze juist is
aangesloten door te proefdraaien in
MANUEEL TEST – EXT. BIJVERWARMING
– 1.
Als deze niet start bij handmatig proef-
draaien, controleert u of er een startsig-
naal/spanning komt vanaf de warmte-
pomp. Zie bedradingsschema.
Controleren of thermostaten/kleppen
van het verwarmingssysteem open zijn.
Hoe groot is de vermogensbehoefte van
het gebouw?
Welk vermogen heeft de warmtepomp?
Op welk vermogen is de bijverwarming
ingesteld?
Actie
Probeer de hysteresewaarde te ver-
hogen tot de warmtepomp in
plaats daarvan stopt bij INTEGRAAL.
Open thermostaten/kleppen in het
verwarmingssysteem en controleer
of de warmtepomp stopt bij INTE-
GRAAL.
Als u constateert dat het verwar-
mingssysteem een te kleine capaci-
teit heeft, moet het systeem wor-
den uitgebreid (door het warmteaf-
gevende oppervlak te vergroten).
Stel indien nodig de waarde voor MAX
STAP af in de regelaar van de warmte-
pomp.
230V 1-N: MAX STAP 1 – 3
400 V 3-N: MAX STAP 1 – 5
MAX STAP 1 = 3 kW
MAX STAP 2 = 6 kW
MAX STAP 3 = 9 kW
MAX STAP 4 = 12 kW (kan niet naar bin-
nen als compressor loopt.)
MAX STAP 5 = 15 kW (kan niet naar bin-
nen als compressor loopt.)
Sluit de externe bijverwarming aan vol-
gens de handleiding.
Meet de spanning op pen L2 Olie/Elek-
triciteit van de I/O-kaart.
Zet gesloten thermostaten/kleppen
open.
Zorg ervoor dat het beschikbare vermo-
gen minimaal even groot is als de ver-
mogensbehoefte van het gebouw.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave