Tabel 17.
Probleem – Jankende, fluitende geluiden
Oorzaak
1. Vreemde geluiden uit de softstarter. Voer een controlemeting uit op de in- en
2. De veiligheidsklep van de compres-
sor gaat open.
Tabel 18.
Probleem – Geluidsprobleem – diversen
Oorzaak
1. Trillende beschermbussen op de
pressostaten.
2. Trillende geluiden vanuit de elektri-
sche installatie.
3.5.4
Warm water
Tabel 19.
Probleem – Temperatuur en/of hoeveelheid
Oorzaak
1. Defecte motor driewegklep.
2. Aanlopende driewegklep.
De klep sluit niet goed af, maar laat
warm water door naar de radiatoren
tijdens warmwaterproductie.
3. Lucht in TWS-spoel of buitenmantel. Tijdens warmwaterproductie:
4. Te hoog ingestelde starttemperatuur
voor warmwaterproductie.
5. Sensorstoring, warmwatersensor
De warmwaterproductie wordt gestart
door de warmwatersensor.
Lokaliseren van storing
uitgaande fasen van de softstarter en het
regelsignaal vanaf de warmtepompkaart
(zie bedradingsschema).
De compressor heeft een ingebouwde vei-
ligheidsklep die opengaat als het drukver-
schil tussen de hoge- en lagedrukzijde te
groot wordt. Tijdens de drukegalisatie kan
een fluitend geluid optreden. Controleer
met een manometer bij welk drukverschil
de drukegalisatie plaatsvindt.
Lokaliseren van storing
Kijk waar het trillende geluid wordt
gevormd.
Controleer of er sprake is van kabelladders
of vergelijkbare voorzieningen die zijn
vastgeschroefd aan de warmtepomp en
op wanden. Hierdoor kunnen trillingen
zich voortplanten en voor rare geluiden
zorgen.
Lokaliseren van storing
Controleer de werking van de drieweg-
klep door handmatig proefdraaien.
Maak de motor los en test of u met de
hand de klep kunt sluiten en openen door
de as te draaien.
•
Luister of u lucht hoort.
•
Controleer het temperatuurverschil
tussen aanvoer- en retourleiding.
Controleer of de starttemperatuur correct
is ingesteld. Mag niet zijn ingesteld boven
de in de fabriek ingestelde waarde.
Controleer wat de warmwatersensor (de
startsensor) aangeeft. Is dit een aanneme-
lijke/feitelijke waarde?
Voer een weerstandsmeting uit voor de
sensor en controleer aan de hand van de
weerstandstabel in Meetpunten,
Pagina 11.
Actie
Als de softstarter defect is, vervangt u
deze.
Vervang de compressor als de klep bij
een te lage druk open gaat of wanneer
de compressor stilstaat.
Actie
Zorg er met behulp van bijv. isolatietape
voor dat de beschermbus niet kan trillen.
Uitvoeren volgens de installatiehandlei-
ding.
Actie
Als de motor defect is, vervangt u deze.
Als hij aanloopt, vervangt u hem door
een nieuwe.
Ontlucht het systeem.
Een groot temperatuurverschil kan wij-
zen op lucht in het systeem.
•
Als de startwaarde te hoog is inge-
steld, verlaagt u deze naar de in de
fabriek ingestelde waarde.
Als de sensor defect is, vervangt u deze.
Servicehandleiding VMGFJ110 – 23