Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss DHP-AQ Servicehandleiding pagina 27

Verberg thumbnails Zie ook voor DHP-AQ:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.5.5
Verwarmingscomfort
Tabel 20.
Probleem – Te koud
Oorzaak
1. De regelaar van de warmtepomp is
niet ingesteld/aangepast aan de behoef-
ten/wensen van de klant.
2. Onjuiste bedrijfsmodus ingesteld in
de regelaar van de warmtepomp.
3. Sensorstoring, BUITEN/KAMER/
AANV.LEIDING/RETOURLEIDING.
4. Driewegklep vast in warmwaterstand. 1.
5. Defect elektrisch verwarmingsele-
ment.
6. De warmtepomp is gestopt bij HOOG
RETOUR.
Lokaliseren van storing
Controleer de instellingen voor KAMER
en STOOKLIJN en MAX.
Controleer welke bedrijfsmodus er is
ingesteld.
Controleer wat de betreffende sensor
aangeeft. Is dit een aannemelijke/feite-
lijke waarde?
Voer een weerstandsmeting uit voor de
sensor en controleer aan de hand van de
weerstandstabel in Meetpunten,
Pagina 11.
Controleer de werking van de
driewegklepmotor door hand-
matig proefdraaien. Als de motor
niet van stand verandert bij
handmatig proefdraaien, contro-
leert u of de motor spanning
krijgt (zie bedradingsschema).
2.
Verwijder de motor en test of u
met de hand de klep kunt sluiten
en openen door de as te draaien.
Gebruik een zoemer en controleer of alle
spoelen in het elektrische verwarmings-
element intact zijn.
Controleer welke waarde is inge-
steld voor MAX RETOUR in de rege-
laar van de warmtepomp. Deze
moet zijn aangepast aan de maxi-
male aanvoertemperatuur van de
installatie en de temperatuurdelta
van het systeem, zodat er niet
wordt onderbroken voor een te
hoge retourtemperatuur als de
hoogste aanvoertemperatuur wordt
verzonden.
Controleer wat de retourleidingsen-
sor aangeeft. Is dit een aanneme-
lijke/feitelijke waarde? Als dat niet
het geval is, voert u een weer-
standsmeting uit voor de sensoren
en controleert u aan de hand van
de weerstandstabel in Meetpunten,
Pagina 11.
Actie
Pas onjuiste waarden in de regelaar van
de warmtepomp aan.
KAMER = Gewenste binnentemperatuur
STOOKLIJN = Moet zijn ingesteld om de
gewenste binnentemperatuur (KAMER)
aan te houden, onafhankelijk van de
buitentemperatuur.
MAX = Hoogste instelwaarde voor de
aanvoerleiding, onafhankelijk van de
buitentemperatuur.
Als er een onjuiste bedrijfsmodus is
ingesteld, verandert u deze in de
gewenste bedrijfsmodus.
Als de sensor defect is, vervangt u deze.
Krijgt de motor in beide bedrijfsmodi
spanning volgens het bedradings-
schema?
MANUEEL TEST - VXV WARM WATER
0=Radiatorstand
1=Warmwaterstand
Als de motor spanning krijgt maar de
stand niet verandert, vervangt u deze.
Als het elektrische verwarmingselement
defect is, vervangt u dit.
Als de waarde voor MAX RETOUR niet is
aangepast aan het systeem volgens het
vak voor het lokaliseren van de storing,
past u deze aan.
Als de sensor defect is, vervangt u deze.
Servicehandleiding VMGFJ110 – 25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave