Inhoudsopgave
Advertenties
10.0 Inbedrijfstelling en opstart (vervolg)
10.5 Checklist - opstart (vervolg)
De gasbrander in de optionele gasgestookte verwarmingssectie is ontworpen
voor een veilige, complete verbranding. Als de brander een onvoldoende toevoer
van verbrandingslucht ontvangt, treedt echter geen volledige verbranding op. Het
resultaat is een onvolledige verbranding die koolstofmonoxide produceert, een
giftig gas dat tot overlijden kan leiden. BEPERK NOOIT DE TOEVOER VAN DE
VERBRANDINGSLUCHT NAAR EEN VERWARMER OF WIJZIG DEZE NIET OP EEN
ANDERE MANIER.
Veilige werking van indirect gestookte gasverbrandingsapparatuur vereist een goed
werkend ventilatiesysteem dat alle rookproducten naar de buitenlucht ventileert.
ONVOLDOENDE VENTILATIE LEIDT TOT EEN GEZONDHEIDSRISICO DAT TOT
ERNSTIG PERSOONLIJK LETSEL OF OVERLIJDEN KAN LEIDEN.
10.6 Checklist na
inbedrijfstelling:
P125,1604,NL, pagina 52
De installatie moet een temperatuurstijging verkrijgen die overeenkomt met het bereik op het
typeplaatje van de brander. Afhankelijk van het model bedraagt de maximale temperatuursti-
jging 10 °C (50 °F), 21 °C (70 °F) of 38 °C (100 °F).
Formules voor berekening van de ventilatorsnelheid:
Standaard (niet-condenserende) verwarmingssectie
Ventilatorsnelheid = (toevoersnelheid x 0,80) gedeeld door (1,08 x temperatuursti-
jging)
Hoogeffi ciënte (condenserende) verwarmingssectie
Ventilatorsnelheid = (toevoersnelheid x 0,91) gedeeld door (1,08 x temperatuursti-
jging)
1. Stel de uitlaattemperatuur van de verwarmingsregelaar in op de hoogste waarde.
a) De ontstekingssnelheid wordt gereguleerd door de uitlaatsensor.
b) De blazermotor werkt permanent.
2. Bij behoefte aan gasverwarming
a) De ventilatormotor wordt aangedreven na een tijdsvertraging van (ongeveer) 18
seconden
b) De verbrandingsluchtdrukschakelaar schakelt van N.O.- naar N.C.-contacten,
waardoor het apparaat wordt ontstoken. De detectiesonde controleert de
aanwezigheid van de vlam aan de 1e brandersectie.
3. Als de vlam tijdens de werking van de brander dooft, sluit de printplaat van het
ontstekingssysteem de hoofdklep en moet deze worden gereset door onderbreking van
de stroom naar het regelaarcircuit (zie Instructies voor het ontsteken van de brander).
Meet de inlaatdruk. Volg de instructies in hoofdstuk 9.2.2.
Schakel het apparaat in en uit en houd twee minuten pauze tussen elke cyclus. Let op een
soepele ontsteking.
Verhoog en verlaag het instelpunt van de uitlaattemperatuur om te kijken of de brander
dienovereenkomstig wordt gefaseerd of gemoduleerd. OPMERKING: Zorg ervoor dat de
correcte instellingen van de regelaar worden hersteld.
Sluit alle panelen goed af. Controleer terwijl de verwarmer actief is de limietschakelaar door
de luchtverdeling volledig te blokkeren. De limietschakelaar moet binnen enkele minuten
openen. Hierdoor wordt de gastoevoer naar de brander uitgeschakeld.
GEVAAR
Veronderstellingen: Alle controles zijn met succes uitgevoerd en het systeem werkt naar
behoren. Alle panelen en deuren zijn bevestigd.
Bewaar het 'documentatie-/onderdelenzakje' met informatie over de beperkte garantie, dit
handboek, de Bedienings-, onderhouds- en servicehandleiding, bedieningsinstructies en
alle informatie over optionele regelaars op een toegankelijke locatie.
Advertenties
Inhoudsopgave
