10.5 Checklist -
opstart
Spanningsfasering
voedingsbron
BELANGRIJK: Alle
koelmiddelcontroles
moeten worden
uitgevoerd door
een gekwalifi ceerde
R-410A-
koelmiddeltechnicus.
10.5.2 Inbedrijfstellings-
checklist voor
een apparaat met
gasverwarmingssectie
10.5.1 Systeem opstarten
Veronderstellingen:
Alle controles voor de opstart waaronder testmodus en instelling ven-
tilatorsnelheid zijn naar behoren uitgevoerd en alle deuren zijn gesloten. Compressoren met
carterverwarmers hebben de voorbije 24 uur kunnen opwarmen.
OPMERKING: Controleer de opstartprocedures aan het begin van het koelseizoen. Zie
onderhoudsprocedures in Formulier O-Y.
Schakel het gas in geval van een gasverwarmingssectie.
Stel de systeemregelaar bij zodat een behoefte aan koeling bestaat. Observeer of de
volledige sequentie wordt uitgevoerd.
LET OP: Carterverwamers moeten ten minste 24 uur opwarmen
voor de opstart. Schakel de koelbedieningen uit voordat u de
carterverwarmers inschakelt.
Ventilatorrotatie
- Als de ventilatorrotatie niet correct is, keert u deze om door verwisseling
van twee draden op de 3-fasige toevoeraansluiting van de klant. (zie hoofdstuk 7.2.)
Compressoren
□
Sluit de koelmiddeldrukmeters aan op de zuig- en persleidingen van de compressoren en
sluit een elektriciteitsmeter aan op de voedingsbron.
LET OP: Sluit de drukmeters aan op de zuig- en persleidingen
voordat u het systeem start zodat u de compressorrotatie
onmiddellijk kunt controleren. Scrollcompressoren worden
vernietigd als ze in de verkeerde richting worden gebruikt.
□
Noteer de omgevingstemperatuur. Stel de systeemregelaar bij zodat een behoefte aan
koeling ontstaat.
OPMERKING:
Mechanische koeling kan worden verhinderd door een vergrendeling
bij bepaalde buitenomstandigheden. Overbrug een eventuele vergrendeling tijdelijk door
verlaging van het koelinstelpunt. Reset de regelaar als u klaar bent met testen.
□
Aangezien een 3-fasige stroombron op zodanige wijze kan worden aangesloten
dat de scrollcompressor of blazer in omgekeerde richting kan roteren, is het zeer
belangrijk om de rotatie bij het opstarten te controleren. Zie hieronder en in hoofdstuk
7.2.3.
Compressoren controleren - Observeer de meters onmiddellijk na de opstart. Als de
zuigdruk stijgt en de persdruk daalt, werkt de compressor in omgekeerde richting en
moet deze worden uitgeschakeld. Schakel de stroom uit en wissel de aansluitingen
van de 3-fasige lijnspanning voordat u het apparaat opnieuw start.
(Belangrijke OPMERKING: Indien de compressor gedurende enkele minuten in
omgekeerde richting werkt, wordt de interne beveiliging van de compressor geactiveerd.
Als een compressor herhaaldelijk opnieuw wordt opgestart en in omgekeerde richting wordt
gebruikt, zal de compressor permanent beschadigd worden.
Controleer de optionele omloopklep voor hete gassen indien aanwezig. Volg de instructies
in hoofdstuk 7.8.
Stel de schakelaar(s) voor verontreinigd fi lter in als het systeem hiermee is uitgerust. Volg
de instructies in hoofdstuk 8.1.2.
Zorg voor een behoefte aan verwarming. Observeer de wijziging en voltooi het
proces.
Bedieningssequentie van de gasverwarming:
OPMERKING: Mechanische koeling kan worden verhinderd door een vergrendeling bij bepaalde
buitenomstandigheden. Overbrug een eventuele vergrendeling tijdelijk door verhoging van het
koelinstelpunt voor vergrendeling van de koelmodus tot 35 °C (95 °F) en het verwarminstelpunt
van de uitlaatlucht tot 35 °C (95 °F). Reset de instelpunten na de test zoals nodig voor de toe-
passing. (Voor instructies in verband met het wijzigen van instellingen van de programmeerbare
regelaar, zie formulier CP-Y-D19 of CP-Y-D21 in het documentatiezakje.)
P125,1604,NL, Pagina 51