9.0 Optionele apparatuur waaronder verwarmingssecties (vervolg)
9.2 Gasverwarmingssectie (vervolg)
Eisen en accessoires voor
condensafvoer
(OPMERKING:
Als één van deze
condensafvoeraccessoires
(neutralisatorkit,
condensaatpomp of
vorstbescherming) verplicht
zijn, maar niet bij het apparaat
werden besteld, neem dan
contact op met uw verdeler.
FIGUUR 29A - Locatie van de condensafvoeraansluiting(en) in een hoogeffi ciënte verwarmingssectie
Vorstbestendige sifon, onderdeelnr. 271064, wordt
geleverd met het apparaat dat in de condensafvoer
moet worden geïnstalleerd.
Het is verplicht om de afvoer door de binnenkant van de dakconsole
en in de verwarmde ruimte te leiden. De afvoer moet altijd worden
geïnstalleerd in een ruimte waarin de temperatuur boven de 0 °C (32 °F)
blijft.
OPMERKING: Alle PVC-afvoerleidingen worden door de installateur
verstrekt.
P125,1604,NL, pagina 42
Aangezien deze afvoer tijdens het stookseizoen wordt gebruikt, moet de afvoer door de binnen-
zijde van de dakconsole en in de verwarmde ruimte worden geleid. De afvoer moet altijd worden
geïnstalleerd in een ruimte waarin de temperatuur hoger dan 0 °C (32 °F) blijft. Raadpleeg
FIGUUR 29A, hieronder en FIGUUR 29B, op pagina 57 en volg de instructies hieronder voor
installatie van de condensafvoer inclusief de vorstbestendige sifon. Volg voor de optionele
vorstbescherming FB1 de instructies die bij het verwarmingslint worden geleverd. Er is een
stroombron van 115 V nodig.
Volg voor de optionele condensaatneutralisatorkit CSN1 de instructies die bij de kit wor-
den geleverd. Wanneer een condensaatneutralisator wordt gebruikt, moet een overloop wor-
den voorzien zodat het condensaat naar de afvoer wordt geleid indien de neutralisator verstopt
raakt. Plaats een 'T'-stuk met weerhaken in de afvoerleiding voor de inlaat van de neutralisator
en leid een doorschijnende fl exibele PVC-leiding van de horizontale uitlaat van het 'T'-stuk met
weerhaken naar de afvoer. Volg de instructies van de fabrikant om de neutralisatorbuis te vullen.
Een condensaatverwijderingssysteem op basis van de zwaartekracht volstaat voor de meeste
installaties, aangezien apparaten normaal gesproken op het dak worden geïnstalleerd. Als een
systeem op zwaartekracht niet mogelijk is, installeert u de optionele condensaatpomp
CSP1. Volg de instructies van de pompfabrikant die bij de pomp worden geleverd. Voor de pomp
is een voedingsbron van 115 V nodig.
(dubbele verwarmingssectie is afgebeeld)