10.0 Inbedrijfstelling en opstart (vervolg)
10.3 Testmodus apparaat en instelling ventilatorsnelheid (vervolg)
1. Controleer vanaf het hoofdscherm of het apparaat in de
UIT-stand staat. Als het apparaat in de UIT-stand staat, gaat
u verder met stap 4.
Als het apparaat niet in de UIT-stand staat, gaat u verder
met stap 2.
p
p
2. Druk op de Programma-toets voor toegang tot de
hoofdmenu's en druk dan op de pijltjes omhoog of
omlaag om naar submenu A. Quick Set points (snelle
instelpunten) te bladeren.
Druk op de Enter-toets om de selectie te bevestigen.
3. Druk op de Enter-toets totdat de cursor knippert op het veld
State_Sel: (status selecteren) en druk op de pijltjestoets
omlaag om het apparaat naar de UIT-stand te schakelen.
4. Druk op de toets Verlaten voor toegang tot het hoofdmenu en
gebruik de pijltjes omhoog of omlaag om naar het submenu
E. Service (onderhoud) te bladeren. Druk om de Enter-
toets om de selectie te bevestigen.
Wanneer u wordt gevraagd om het servicewachtwoord in te
voeren, gebruikt u de pijltjes omhoog en omlaag en voert u
het servicewachtwoord 7125 in en drukt u op de Enter-toets.
P125,1604,NL, pagina 46
5. Gebruik de pijltjes omhoog en omlaag om naar het menu
a.Test mode (testmodus) te bladeren en druk op de Enter-
toets om de selectie te bevestigen.
6. Druk vanaf testscherm E.a.1 op de Enter-toets om het veld
Enable: (activeren) te selecteren en druk op de pijltjestoets
omhoog of omlaag om de testmodus in de stand AAN te
zetten.
Zodra deze op AAN staat, drukt u aanhoudend op de Enter-
toets totdat de cursor in de linkerbovenhoek van het scherm
knippert en gebruikt u de pijltjestoets omlaag om te bladeren
naar het volgende scherm van testmodus E.a.2.
7. Controleer indien van toepassing visueel of de optionele
dempers van het apparaat in de volledig open positie
(buitenlucht) en de volledig gesloten positie (retourlucht) zijn
bediend. OPMERKING: De demperaandrijvingen hebben tot
120 seconden nodig voor uitvoering van de volledige slag.
Zie Formulier O-Y voor instructies als de dempers van het
apparaat niet in de juiste posities zijn ingeregeld.
OPMERKING: De dempers moeten correct werken voor
voltooiing van de testmodus.
Als de dempers correct werken, sluit u de toegangsdeur van
de dempers en hervat u de test vanaf stap 8.
8. Controleer visueel de rotatieafwijking in de ventilatorkast van
het apparaat om de correcte rotatie van de toevoerventilator
van het apparaat te controleren. Als de ventilatorrotatie
incorrect is, moet de elektrische voedingsbron van het
hoofdapparaat worden uitgeschakeld. Vervolgens moet u
de elektrische fasering aan de scheidingsschakelaar van
het hoofdapparaat wisselen. Controleer de rotatie van
de toevoerventilator opnieuw nadat u de fasering hebt
gecorrigeerd.
Als de toevoerventilator correct roteert, sluit u de
toegangsdeur van de toevoerventilator en hervat u de
testmodus vanaf stap 9
9. Controleer vanaf testscherm E.a.2 of de Supply Fan
Airfl ow Status: (luchtstroomstatus toevoerventilator) en
de Exhaust Airfl ow Status: (status uitlaatluchtstroom)
(indien van toepassing) op AAN staan.
Als de status van de luchtstroom niet AAN is, raadpleegt u
(vervolg)