Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toevoerventilator Met Frequentieregelaar; Motoren En Ventilatoren Condensorventilator - Nortek REZNOR P125 YDHA Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7.6 Toevoerventilator
met
frequentieregelaar
De ventilatorsnelheid
instellen
7.7 Motoren en
ventilatoren
7.8 Compressoren
Stroomsterkte/spanning
compressor
(Raadpleeg voor meer
informatie de Bedienings-,
onderhouds- en
servicehandleiding, Formulier
O-Y.)
Frequentieregelaar
De toevoerventilator is een plenumventilator met achterwaarts gebogen schoepen en een motor
met optimale omvormrendement. Alle apparaten zijn uitgerust met een frequentieregelaar. Met
de frequentieregelaar werkt de toevoerventilator met variabele snelheden op basis van de ele-
ktrische frequentie.
Afhankelijk van de regelaar (optie VFC) wordt de frequentieregelaar gestuurd door leidingdruk,
gebouwdruk of snelheidsinstellingen voor een constant volume. Zie informatie over regelaars in
hoofdstuk 8.2.
Over het algemeen wordt een hoge snelheid gebruikt voor koelen en een lage snelheid voor ver-
warmen. De maximale toegelaten temperatuurstijging voor een gasverwarmingssectie bedraagt
21 °C (70 °F) voor modellen YDHA & YDMA of 10 °C (50 °F) voor model YDSA.
De frequentieregelaar wordt ingesteld op basis van de bestelde specifi caties. Als wijzigingen
nodig zijn, volgt u de door ABB verstrekte instructies om de instellingen te programmeren.
Tijdens de opstart moet de ventilatorsnelheid (m³/s) voor de toevoerventilator en een optionele
uitlaatventilator worden gecontroleerd. Volg de instructies in hoofdstuk 10.3 voor gebruik van het
TAB-menu van de apparaatinterface en de tabel voor luchtstroom-/drukdaling op pagina 68 tot
72 voor bepaling van de luchtstroominstellingen.
condensorventilator
Condensorventilatormotoren zijn direct aangedreven, statisch en dynamisch uitgebalanceerd,
en permanent gesmeerd. Condensorventilatormotoren zijn ofwel open, druipwaterdichte
motoren met externe beveiliging tegen binnendringend water of hoogeffi ciënte ECM-motoren
met snelheidsregelaar (optie CUF4). Alle motoren hebben een beveiliging tegen thermische
overbelasting die zichzelf reset.
Het gebied boven de ventilatoren moet altijd vrij en open zijn.
Bediening condensorventilator
Het apparaat heeft maximaal vier condensorventilatoren.
Indien u hebt geopteerd voor de optionele regelaar voor lage omgevingstemperatuur, zal de
regelaar voor lage omgevingstemperatuur, afhankelijk van het type condensorventilator, de ven-
tilatorsnelheid wijzigen om de stuwdruk te reguleren.
Alle compressoren zijn hoogeffi ciënte hermetische scrollcompressoren die zijn ontworpen voor
gebruik met R-410A-koelmiddel.
Mechanische compressorbeveiliging - Er wordt een lagedrukschakelaar (LPCO) gebruikt
voor bescherming tegen compressorschade door een daling van de systeemdruk. Deze beveil-
iging verhindert kortsluiting van de interne overbelasting (IOL) waardoor de olie uit de compres-
sor kan worden gepompt.
Alle compressoren zijn ook voorzien van handmatig resetbare hogedrukschakelaars (HPCO) en
antivriesthermostaten.
Carterverwarmers - Elke compressor heeft een carterverwarmer met verwarmingsband. Cart-
erverwarmers moeten altijd gedurende ten minste 24 uur worden gevoed voordat de com-
pressor mag worden bediend.
Compressormodulatie - Deze apparaten hebben scrollcompressoren die zijn uitgerust met
modulerende kleppen en een digitale regelaar die via de systeemregelaar aan de compressor
is gekoppeld. De compressor wordt ingeschakeld bij een behoefte aan koeling en zal modul-
eren om de ingestelde temperatuur van de uitlaatlucht te handhaven. De compressor wordt
gedurende vijf minuten in- of uitgeschakeld.
Fasering compressor - Elk systeem wordt af fabriek geleverd met een faseringssequentie. De
compressor wordt gestart bij een behoefte aan koeling om de ingestelde temperatuur van de
uitlaatlucht te handhaven. Er geldt een minimale AAN- en UIT-tijd van 300 seconden voor elke
trap (niet compressor).
Zie de Bedienings-, onderhouds- en servicehandleiding, Formulier O-Y, voor meer informatie
over de werking van de compressor.
Optionele omloopklep voor hete gassen (in combinatie met niet-modulerende compressoren)
- Indien de omloopklep wordt besteld met optie AUC8, zorgt de omloopklep voor uitgebreide
compressormodulatie bij lage buitenluchttemperaturen door wat gas uit de zuigleiding opnieuw
P125,1604,NL, Pagina 31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Reznor p125 ydmaReznor p125 ydsa

Inhoudsopgave