9.0 Optionele apparatuur waaronder verwarmingssecties (vervolg)
9.2 Gasverwarmingssectie (vervolg)
Dimensionering gastoevoerleidingen
Soortelijk gewicht voor propaangas -- 1,6 (propaangas -- 2550 BTU/kubieke voet)
Lengte
van de
13 mm (1/2")
leiding
Propaan
Aardgas
(m/voet)
6 m/20'
92
56
9 m/30'
73
45
12 m/40'
63
38
15 m/50'
56
34
18 m/60'
50
31
21 m/70'
46
28
24 m/80'
43
26
27 m/90'
40
24
34 m/100'
38
23
38 m/125'
34
21
46 m/150'
31
19
53 m/175'
28
17
61 m/200'
26
16
Opmerking: Houd bij dimensionering van de toevoerleidingen rekening met de mogelijkheid van toekomstige uitzetting en toegenomen eisen.
Raadpleeg de National Fuel Gas Code voor meer informatie over de dimensionering van leidingen.
FIGUUR 22 - Gasaansluiting
Raadpleeg afhankelijk van de modelgrootte
FIGUUR 2 op pagina 7, FIGUUR 3 op pagina
8 of FIGUUR 4 op pagina 9 voor de locatie
van de gasaansluiting.
Gasaansluitzijde (NIET zijde gastoevoerleiding)
Gasverwarmingssectie (H=niet-condenserend; G=condenserende
verwarmingssectie )
Een brander
H50, H75, H100
H200, G150
H300, H400, G225, G300
Alle onderdelen van een gastoevoersysteem moeten op lekken worden getest voordat de
apparatuur in bedrijf wordt gesteld. NOOIT OP LEKKEN TESTEN MET EEN OPEN VLAM.
Niet-naleving kan leiden tot persoonlijk letsel, materiële schade en overlijden.
9.2.2 Gasdruk
controleren
P125,1604,NL, pagina 38
Capaciteit van leidingwerk
Kubieke voet per uur op basis van drukdaling van 75 Pascal/0,3" iwc
Soortelijk gewicht voor aardgas -- 0,6 (aardgas -- 1000 BTU/kubieke voet)
19 mm (3/4")
Propaan
Aardgas
Aardgas
190
116
350
152
93
285
130
79
245
115
70
215
105
64
195
96
59
180
90
55
170
84
51
160
79
48
150
72
44
130
64
39
120
59
36
110
55
34
100
Dubbele brander (één gasaansluiting)
H102, H125, H150, H175, H202
H402, G302
H702, H802, G372, G525, G602
WAARSCHUWING
Inlaatdruk (Zie WAARSCHUWING in verband met testen van toevoerdruk op de vorige
pagina.)
Voordat u probeert de gasdruk aan de klepuitlaat te meten of aan te passen, moet de inlaat-
(voedings)druk binnen het opgegeven bereik liggen en dit zowel terwijl de verwarmer werkt
als wanneer deze in stand-by staat. Onjuiste inlaat- (voeding)sdruk kan onmiddellijk of op een
later tijdstip tot overmatige uitlaatgasdruk leiden. Als de inlaat- (voedings)druk van het aardgas
te hoog is, moet u een regelaar in de toevoerleiding installeren voordat deze de verwarming
bereikt. Als de toevoerdruk van het aardgas te laag is, moet u contact opnemen met uw gas-
leverancier.
Inlaatdruk naar de klep voor aardgas moet minimaal 1,245 Pascal/5" iwc zijn of zoals op het
typeplaatje en maximaal 3,487 Pascal/14" iwc. De inlaattoevoerdruk naar de klep voor propaan-
gas moet minimaal 2,740 Pascal/11" iwc en maximaal 3,487 Pascal/14" iwc zijn.
Leidingdiameter
25 mm (1")
32 mm (1-1/4")
Propaan
Propaan
Aardgas
214
730
174
590
149
500
131
440
119
400
110
370
104
350
98
320
92
305
79
275
73
250
67
225
61
210
Naar gasklep
(in de kast)
Diameter
(NPT)
13 mm (3/4")
13 mm (3/4")
19 mm (3/4")
38 mm (1-1/2")
Propaan
Aardgas
445
1100
671
360
890
543
305
760
464
268
670
409
244
610
372
226
560
342
214
530
323
195
490
299
186
460
281
168
410
250
153
380
232
137
350
214
128
320
195
Snelsluitkoppeling
Handbediende sluiter
Condensatieval
*Naar gasklep
(in de kast)
Snelsluitkoppeling
51 mm (2")
Propaan
Aardgas
2100
1281
1650
1007
1450
885
1270
775
1105
674
1050
641
990
604
930
567
870
531
780
476
710
433
650
397
610
372
Vanaf gasbron
(horizontaal of verticaal)
Handbediende
sluiter
Condensatieval