Inhoudsopgave
Advertenties
6.3 Condensafvoer
koelsectie
(vervolg)
FIGUUR 16A - Afmetingen sifon
voor condensafvoer
A = 25 mm (1") voor elke 25 mm
(1") maximale statische druk
plus 25 mm (1")
B = A + A/2
7.0 Elektrische
installatie en
bedrading
7.2 Voedingskabels
7.2.1 Scheidings-
schakelaar
Condensafvoersifon in afvoer van de koelspoel
Het ontwerp van de sifon is belangrijk. Aangezien de condensafvoerbak zich aan de inlaatzijde van
de blazer bevindt, is er een negatieve druk aan de afvoer in vergelijking met de omgevingsdruk.
De sifonhoogte moet dit statische drukverschil compenseren. De maximale negatieve statische
druk kan worden bepaald door afl ezing van de negatieve druk aan de blazerinlaat en toevoeging
van 5 mm (0,2") iwc/50 Pascal om vervuilde fi lters mogelijk te maken.
Als afmeting 'B' op FIGUUR 16A hieronder niet groot genoeg is, zal de waterafdichting niet
houden en zal lucht door de afvoerleiding in het apparaat worden getrokken. Als de uitlaat van de
sifon te groot is, zal zich water in de opvangbak verzamelen. Naarmate zich tijdens de normale
werking condensaat vormt, stijgt het waterpeil in de sifon totdat er een constante uitstroming is.
FIGUUR 16A hieronder illustreert de correcte afmetingen voor compensatie van een systeem
met negatieve druk.
Waterstroming
Waterstroming
Waterstroming
Waterstroming
7.1 Algemeen
De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door naar behoren gekwalifi ceerde per-
sonen die zich aan de geldende regels houden. Alle elektrische aansluitingen moeten worden
uitgevoerd in het bedieningscompartiment van de verwarmer. Aansluitingen moeten in overeen-
stemming zijn met de klemmarkeringen en het bedradingsschema dat aan de luchtverwarmer is
bevestigd of in dit document is opgenomen.
Het apparaat moet worden geaard.
Controleer de voedingsspanning en stroomeisen op het typeplaatje. Installeer een aparte voed-
ingsbron voor lijnspanning op het elektrische hoofdpaneel en verbind deze met de scheidingss-
chakelaar. Zie FIGUUR 2 op pagina 7, FIGUUR 3 op pagina 8 of FIGUUR 4 op pagina 9 voor de
doorvoerlocatie voor de voedingskabel.
Als het systeem dubbele scheidingsschakelaars heeft (optie BA7), zijn er twee voedingskabels
nodig (zie FIGUUR 17A, pagina 24 en FIGUUR 17B, pagina 24).
Het systeem moet worden uitgerust met een externe scheidingsschakelaar, een ingebouwde
scheidingsschakelaar of beide.
Als het systeem wordt besteld met een ingebouwde scheidingsschakelaar, wordt het sys-
teem in de fabriek uitgerust met één of twee ingebouwde, niet-gezekerde, vergrendelbare
scheidingsschakelaar(s). De ingebouwde scheidingsschakelaar(s) (optie BA6 of BA7) vereisen
koperen bedrading met een stroomsterkte die is gebaseerd op een maximumtemperatuur van
75 °C aan de aansluitklemmen aan lijnzijde.
Als het systeem geen ingebouwde scheidingsschakelaar heeft, moet een door de klant verster-
kte of optionele, apart verzonden, wandgemonteerde scheidingsschakelaar worden geïnstal-
leerd. Het wordt geadviseerd om een serviceruimte van ten minste 1,2 m (vier voet) vrij te laten
tussen de schakelaar en de toegangspanelen van het systeem. Alle externe bedrading moet in
een goedgekeurde leiding worden geplaatst en bestand zijn tegen een minimale temperatuursti-
jging van 60 °C. Plaats de leiding zodanig dat deze de toegangspanelen van het systeem
niet bedekt. Gebruik bij plaatsing of vervanging van zekeringen in een gezekerde scheidingss-
chakelaar vertragende zekeringen met dubbel element en dimensioneer deze op basis van het
typeplaatje.
Om letsel of overlijden door elektrocutie of contact met
bewegende onderdelen te voorkomen, vergrendelt u een
open scheidingsschakelaar.
Als het apparaat is geleverd met een gasbrander, moet u het
gas altijd uitschakelen voordat u de stroombron uitschakelt.
FIGUUR 16B -
Afvoersifon met
stankafsluiter
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Altijd de reinigingsplug
plaatsen om binnen-
waterstroming
dringende lucht te vermijden.
P125,1604,NL, Pagina 23
Advertenties
Inhoudsopgave
