Reiniging en onderhoud
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de ver-
lichting komt.
Gebruik geen stoomreiniger. Stoom
kan in aanraking komen met onder-
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui-
ting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag
niet worden verwijderd. De informa-
tie op dit plaatje is belangrijk in ge-
val van een storing.
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid-
delen niet worden gebruikt om de op-
pervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda,
ammoniak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde sponsen en
borstels (bijv. schuursponsen),
– speciale "wondersponsen",
– scherpe metaalschrapers!
38
Vóór het reinigen
^ Druk op de tuimelschakelaar om het
toestel volledig uit te schakelen.
De tuimelschakelaar bevindt zich aan
de rechterkant, onder het bedienings-
paneel.
^ Trek de stekker uit of schakel de des-
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
^ Haal de gekoelde levensmiddelen uit
het toestel en bewaar ze op een
koele plaats.
^ Neem alle onderdelen die uit het
toestel genomen kunnen worden uit
het toestel om ze te reinigen.
^ Om de rekken aan de binnenkant van
de deur te reinigen, kunt u deze uit
de roestvrijstalen houders nemen.
Binnenruimte, toebehoren
De binnenruimte en het toebehoren rei-
nigt u het best met lauw water waarin u
een beetje handafwasmiddel doet. Rei-
nig alle onderdelen met de hand, niet in
de afwasautomaat.
^ Reinig het toestel minstens 1 keer per
maand.
^ Veeg de binnenruimte en het toebe-
horen na de reiniging af met schoon
water en wrijf alles droog met een
doek.
Laat de deur van het toestel korte tijd
openstaan.